Beantwoording feitelijke vragen inzake begrotingsstaten OCW (VIII) 2019

Uitgelicht:

Selectie m.b.t. onderwijsachterstandenbeleid en voorschoolse educatie”10. Kunt u bevestigen dat het streven is dat in 2020 100% van de gemeenten 640 uur voorschoolse educatie aanbiedt aan doelgroeppeuters? Vanaf welk jaar is dit wettelijk verplicht?Vanaf 2020 is er jaarlijks € 170 miljoen extra beschikbaar voor voorschoolse educatie. Gemeenten zijn vanaf dat moment verplicht om doelgroeppeuters extra uren te bieden. De precieze uitwerking van deze maatregel vindt nog plaats in overleg met gemeenten en aanbieders van voorschoolse educatie. De Tweede Kamer wordt hierover dit najaar nader geïnformeerd.”De bijbehorende tabellen vindt u in de bijlage.


Hierbij bieden wij u de antwoorden aan op de Kamervragen over de ontwerpbegroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2019.

———–

O.a.:

10
Kunt u bevestigen dat het streven is dat in 2020 100% van de gemeenten 640 uur voorschoolse educatie aanbiedt aan doelgroeppeuters? Vanaf welk jaar is dit wettelijk verplicht?

Vanaf 2020 is er jaarlijks € 170 miljoen extra beschikbaar voor voorschoolse educatie. Gemeenten zijn vanaf dat moment verplicht om doelgroeppeuters extra uren te bieden. De precieze uitwerking van deze maatregel vindt nog plaats in overleg met gemeenten en aanbieders van voorschoolse educatie. De Tweede Kamer wordt hierover dit najaar nader geïnformeerd.

74
Hoe gaat u in de toekomst het aantal kinderen met een onderwijsachterstand in de begroting weergeven nu de gewichtenregeling stopt?

In de nieuwe systematiek telt de 15% met het hoogste risico op een onderwijsachterstand van alle basisschoolleerlingen mee in de verdeling.

Het totaal aantal leerlingen basisonderwijs staat vermeld in de begroting. Het bedraagt altijd 15% van dit aantal en dit is vastgelegd in het besluit bekostiging WPO. Aangezien dit percentage van het aantal basisschoolleerlingen jaarlijks gelijk blijft, wordt het aantal niet afzonderlijk weergeven in de begroting.

76
Gaat u de nieuwe CBS-indicatoren voor onderwijsachterstanden opnemen in de begroting, nu de onderverdeling naar gewichtenleerlingen met ingang van teldatum 1 oktober 2019 is vervallen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Zie het antwoord op vraag 74.

77
Kunt u een overzicht geven van hoeveel middelen de afgelopen 30 jaar jaarlijks aan onderwijsstandenbeleid is uitgegeven?

Van de jaren voor 2001 is er geen informatie beschikbaar. Daarom zijn in onderstaande tabel de uitgekeerde middelen van 2001 tot en met 2018 voor onderwijsachterstanden aan de gemeenten (GOA) en aan de basisscholen (gewichtenregeling) opgenomen.

Tabel 1.

79
Op welke manier sluit het onderwijsachterstandenbeleid in het primair onderwijs (inclusief de verdeling van de middelen die hierbij hoort) aan op regelingen als het leerplusarrangement en eerste opvang nieuwkomers (inclusief de verdeling van de middelen die hierbij hoort)?

De middelen voor het onderwijsachterstandenbeleid in het primair onderwijs worden vanaf schooljaar 2019-2020 verdeeld op basis van de CBS-indicator die het risico van kinderen op een onderwijsachterstand genuanceerder in beeld brengt. Op dit moment onderzoekt het CBS in samenwerking met OCW of het mogelijk is om een indicator te hanteren voor de leerplusmiddelen. De regeling voor de eerste opvang van nieuwkomers staat los van de verdeling van de middelen voor het onderwijsachterstandenbeleid in het primair onderwijs. De regeling voor het primair onderwijs aan asielzoekers gedurende het tweede jaar in Nederland is nu nog wel gekoppeld aan de gewichtenregeling. Op dit moment wordt nog bezien op welke wijze deze regeling wordt aangepast.

85
Wat is de reden dat de posten ‘aanvulling GOA (Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid) convenant G37’ en ‘verhoging taalniveau pedagogisch medewerkers kleine gemeenten’ met ingang van 2019 op nul zijn gesteld?

Per 1 januari 2019 geldt een nieuwe verdeelsystematiek voor het budget ten behoeve van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid. Dit is vastgelegd in het besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid. Hiermee vervalt de aparte aanvulling voor de G37 voortvloeiend uit het convenant en het tijdelijke extra budget voor de verhoging van het taalniveau van pedagogische medewerkers. Deze bedragen zijn toegevoegd aan het totale bedrag en worden nu over alle gemeenten op basis van de nieuwe systematiek verdeeld.