Beantwoording feitelijke vragen inzake de toezeggingen gedaan tijdens debat over evaluatierapport over onterecht terugvorderen van kinderopvangtoeslagen

Uitgelicht:

De beantwoording van de Kamervragen van de heer Omtzigt (CDA) volgt onder de beantwoording van de feitelijke vragen.

Het Inspectierapport Gastouderbureau Dadim Gastouders Eindhoven en de Bevindingen inzake GOB Dadim zijn toegevoegd als bijlagen.


Op 30 april jl. zijn vragen gesteld door het lid Omtzigt (CDA) over een ouder die tot de Raad van State moest doorprocederen om de kinderopvangtoeslag van 2013 en 2014 te krijgen, en nog lopende zaken van ouders.

Op 14 mei jl. heeft de vaste commissie voor Financiën feitelijke vragen gesteld over de brief van de staatssecretaris van Financiën van 29 maart 2019 over zijn toezeggingen, gedaan tijdens het plenaire debat op 21 maart 2019 over het evaluatierapport over het onterecht terugvorderen van kinderopvangtoeslagen (Handelingen II 2018/19, nr. 65), over o.a. gemaakte kosten voor inschakeling van de Landsadvocaat in het CAF-11 dossier (Kamerstuk 31 066, nr. 479).

Bijgaand treft u de antwoorden op deze vragen aan.

———-

1. Zijn de signalen die de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) in 2013 en 2014 aan de Belastingdienst heeft doorgegeven, vervat in openbare inspectierapporten?

De GGD stelt jaarlijkse openbare inspectierapporten op van kinderopvangorganisaties en gastouderbureaus. Met deze rapporten kunnen belanghebbenden een inschatting maken van de kwaliteit van de kinderopvangorganisaties en deze onderling vergelijken. De rapporten zien o.a. op de kwaliteit van het pedagogisch beleid. De Belastingdienst heeft vanzelfsprekend ook toegang tot deze openbare rapporten.

Daarnaast ontvangt de Belastingdienst met regelmaat signalen van de GGD over de kwaliteit van de administratie van kinderopvangorganisaties en gastouderbureaus en over vermoedens van misbruik die niet openbaar zijn.

Het was een niet openbaar signaal van de GGD over de kwaliteit van de administratie van een aantal betrokken gastouders dat aanleiding is geweest voor het onderzoek in CAF 11. Overigens dateert, naar nu blijkt, dat signaal van de GGD betreffende deze gastouders, uit 2011. Dit signaal van de GGD uit 2011 is blijven liggen en in 2013 opgepakt met de start van de CAF-zaken. In de regeling van werkzaamheden van 29 mei jl. is gevraagd naar de onderliggende GGD-rapporten. Ik heb het gevraagde GGD-rapport en een bevindingenoverzicht, beide uit 2011, als bijlage bij de beantwoording toegevoegd.

2. Wie zullen er van de kant van het ministerie van Financiën en/of de Belastingdienst aanwezig zijn bij het gesprek met de gedupeerde ouders? Klopt het dat de landsadvocaat ook bij de gesprekken aanwezig is?

De directeur van Belastingdienst/Toeslagen (hierna: Toeslagen) heeft op 15, 17 en 22 mei jl. samen met MT-leden van Toeslagen gesprekken gevoerd met betrokken ouders. Bij deze gesprekken waren ook mediators, werkzaam bij de Belastingdienst, aanwezig. De Landsadvocaat is niet betrokken dan wel aanwezig geweest bij deze gesprekken. Vandaag, op 11 juni, heeft er een gesprek met de staatssecretaris en een deel van de betrokken ouders plaatsgevonden.

3. Bij wie kan een medewerker van de Belastingdienst het melden als hij/zij erachter komt dat de Belastingdienst onrechtmatig handelt, bijvoorbeeld door het achterhouden van stukken van een belastingplichtige. Wat voor een bescherming hebben klokkenluiders bij de Belastingdienst?

Voor een medewerker van de Belastingdienst zijn er diverse mogelijkheden om melding te doen in het geval van een (vermoeden van) onrechtmatig handelen door de Belastingdienst.
1. Een medewerker kan dit melden bij zijn leidinggevende, een hiërarchisch hogergeplaatste leidinggevende, een daartoe ingericht meldpunt van de Belastingdienst of bij de vertrouwenspersoon van de Belastingdienst. Ook kunnen medewerkers terecht bij het Centraal Meldpunt Integriteit Belastingen. De Douane kent een Meldpunt buitengewone voorvallen (waaronder integriteitschendingen vallen). Dit meldpunt is ook te benaderen via een (anonieme) meldapp. De FIOD heeft een meldpunt voor zware criminaliteit en integriteitschendingen bij TCI (team criminele inlichtingen; dat mensen ook bescherming kan bieden als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen) en het meldpunt M (het oude misdaad anoniem).
2. Daarnaast is in aanvulling op de bestaande meldinginfrastructuur bij de Belastingdienst sinds november 2017, de onafhankelijke Tijdelijke commissie integriteit Belastingdienst ingesteld. Deze is gepositioneerd buiten de Belastingdienst, direct onder de secretaris generaal van het ministerie van Financiën. Een medewerker kan hier onder meer terecht met een vermoeden van een onbehoorlijke handelwijze of nalaten die het goed functioneren van de Belastingdienst in geding brengt. De medewerker wordt gelegenheid geboden veilig en (vroeg)tijdig te melden zodat op tijd iets met signalen kan worden gedaan. Bescherming is expliciet geregeld in het instellingsbesluit van deze commissie.
3. Naast het bovengenoemde is er ook de Interne klokkenluidersregeling Rijk, Politie en Defensie die Rijksbreed van toepassing is en ook voorziet in bescherming tegen benadeling.

4. Hoeveel ambtenaren van de Belastingdienst zijn gestraft (bijvoorbeeld door op non-actief te zijn gezet), omdat zij wel de waarheid in het Combiteam Aanpak Facilitators-11 (CAF-11) dossier vertelden? Kunt u hierover een uitgebreide toelichting geven?

5. Hoeveel ambtenaren van de Belastingdienst zijn gestraft omdat zij stukken achterhielden bij de rechter of omdat zij zich niet aan de wetten hielden (zoals de Algemene wet bestuursrecht(Awb))? Kunt u een uitgebreide toelichting geven?

Ik kan geen uitspraken doen over individuen of individuele casussen. Voor algemene informatie over integriteitsschendingen, wordt naar de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2018 verwezen.

6. Hoeveel geld heeft de Belastingdienst betaald als tegemoetkoming aan ouders tot nu toe?
De maximale schadevergoeding, als gevolg van overschrijding van de redelijke termijn is, aan 58 ouders die betrokken zijn bij de CAF 11-zaak, uitgekeerd. In totaal gaat dit om € 48.520. Omdat er nog procedures lopen kan dit bedrag nog oplopen.

7. Kent u ook maar een andere zaak waarbij de overheid
– door de Hoge Raad veroordeeld is voor het achterhouden van stukken;
– door de Raad van State op de vingers getikt is (zeer recentelijk) voor de gang van zaken;
– door de Nationale ombudsman scherp veroordeeld is;
– door de Kinderombudsman op de vingers getikt is;
– door de Kamer op het matje geroepen is; en
– de zaak nog steeds niet netjes is opgelost met de betroffen burgers?
Zo ja, welke? Zo nee, waarom heeft u nog steeds de zaken niet netjes opgelost met de ouders?

Een uniek kenmerk van de CAF 11-zaak zijn de externe signalen over onzorgvuldige behandeling van de Raad van State, de Nationale ombudsman, uw Kamer en Autoriteit Persoonsgegevens afhandeling van ouders die ik heb ontvangen. Verder verwijs ik naar de Kamerbrief waarin ik uitgebreid ben ingegaan op de rol die de overheid in dit dossier heeft gespeeld en de nu ingezette acties.

8. Wat heeft de Belastingdienst tot nu toe geleerd van de CAF 11- zaak?

In mijn brieven van 11 oktober en 28 november 2018 heb ik uw Kamer meegenomen in wat de Belastingdienst heeft geleerd van de CAF 11-zaak en welke verbetermaatregelen er zijn getroffen. In de Kamerbrief benoem ik aanvullende acties die vanuit deze CAF 11-zaak worden opgepakt.

9. Hoeveel burgers zijn onder CAF-11 geselecteerd?

10. Hoeveel burgers die onder CAF 11 zijn geselecteerd, waren in 2014 klant van het gastouderbureau in kwestie?

In de CAF 11-zaak zijn 302 ouders geselecteerd. Dit betrof alle ouders die opvang ontvingen, of in de voorgaande twee jaren hadden ontvangen, van een gastouder die (mede) door het betrokken gastouderbureau werd bemiddeld. Ook zijn ouders in de selectie berokken, een vijftal, van twee gastouderbureaus die voor september 2014 door het betrokken gastouderbureau zijn overgenomen, of die hun klanten verwezen naar het betrokken gastouderbureau. Alle 302 ouders hebben de “CAF-11 behandeling” gekregen, waarvan bij 235 ouders de toeslagen abrupt zijn stopgezet. Voor 235 van deze ouders geldt dat zij een lopende kinderopvangtoeslag hadden die vanaf juni 2014 is stopgezet. Deze ouders kregen gelijktijdig met de stopzetting een brief met het verzoek om hun kinderopvangtoeslag te onderbouwen. Voor het overige aantal van 67 ouders geldt dat zij kinderopvangtoeslag in de jaren 2012, 2013 en/of begin 2014 hadden. Zij hadden in de zomer van 2014 geen lopende kinderopvangtoeslag meer. Ook deze ouders kregen een brief met het verzoek om hun kinderopvangtoeslag te onderbouwen. Hun kinderopvangtoeslag werd met terugwerkende kracht stopgezet.

11. Van hoeveel burgers van het betreffende gastouderbureau is in 2014 de kinderopvangtoeslag stopgezet? Hoeveel burgers van het betreffende bureau zijn in 2014 geblokkeerd? Tot wanneer heeft de blokkade geduurd?

12. Hoeveel burgers van het betreffende gastouderbureau staan op een uitsluitlijst of een vergelijkbare soort lijst? Wanneer zijn deze burgers op een dergelijke lijst geplaatst? Is het plaatsen op dergelijke uitsluitlijsten aan de burgers gecommuniceerd of via een commissie gegaan? Hoe lang staan deze burgers op dergelijke lijsten?

Er waren 302 ouders betrokken bij CAF 11. De lopende kinderopvangtoeslag van 235 ouders werd vanaf medio juni stopgezet. Zie voor nadere toelichting het antwoord op vraag 9 en 10.

Aanvragers worden niet op voorhand geblokkeerd van de kinderopvangtoeslag, wel werden nieuwe aanvragen handmatig behandeld. Zoals gedeeld tijdens het plenaire debat van 21 maart jl., werkt de Belastingdienst met lijsten voor handmatige behandeling. Ouders op een dergelijke lijst konden opnieuw een toeslag aanvragen of wijzigen, maar deze aanvraag werd wel extra gecontroleerd doordat deze aanvragen handmatig worden behandeld. Dit geldt voor alle 302 ouders. Desbetreffende ouders zijn niet geïnformeerd over het gegeven dat zij op een dergelijke lijst stonden. Het is een dynamische lijst omdat er mensen af gaan en op komen. Er was binnen Toeslagen geen eenduidig beleid met betrekking tot lijsten voor handmatige behandeling. In lijn met de aangekondigde verbetermaatregelen is onlangs door Toeslagen besloten dat burgers maximaal 5 jaar op een dergelijke lijst kunnen voorkomen. Het beleid zal verder worden geconcretiseerd en opschoning zal op zeer korte termijn plaatsvinden.

13. Kunt u een overzicht geven van de aantallen klanten per gastouderbureau die naast klanten van het gastouderbureau in kwestie ook klant waren van de overige bureaus?

Gastouders kunnen bij meerdere gastouderbureaus zijn aangesloten. De gastouderbureaus bemiddelen tussen vraagouders en gastouders. In CAF 11 was in de volgende gevallen sprake van ouders die klant waren van gastouders met meerdere gastouderbureaus, waaronder het gastouderbureau betrokken in de CAF 11 zaak:
– 2012: 43 ouders
– 2013: 31 ouders
– 2014: 85 ouders

14. Wat was de doelstelling van het CAF 11-team toen dit tot stand kwam?

15. Hoe kwam het CAF 11-team de mogelijke fraude met kinderopvangtoeslag op het spoor?

16. Welke stappen zijn door de Belastingdienst gezet om de aard en omvang van dit probleem helder te krijgen?

Het CAF-team van de Belastingdienst is opgericht in 2013 en heeft als doel fraude, gepleegd door facilitators, gestructureerd en zichtbaar in kaart te brengen, aan te pakken en te voorkomen. Zo spoort het team ook misbruik van toeslagen op. De CAF 11-zaak startte als een van de eerste casussen in 2013. Voor de nadere toelichting omtrent het verloop verwijs ik u naar mijn Kamerbrief.

17. Hoeveel gastouderbureaus zijn er in dit onderzoek in het vizier geweest? Welke gastouderbureaus waren dit?

18. Hoeveel ouders namen in de onderzochte periode de diensten van deze onderzochte gastouderbureaus af?

19. Hoeveel van de ouders die de diensten van deze gastouderbureaus afnemen, zijn onderzocht op mogelijke fraude?

20. Zijn er ook ouders op fraude gecontroleerd die geen diensten afnamen van één van de onderzochte gastouderbureaus?

Voor de beantwoording van deze vragen verwijs ik naar de antwoorden op de vragen 9 en 10. In de zaak CAF 11 zijn de ouders niet als fraudeur aangemerkt.

21. Zijn er ook gastouderbureaus onderzocht waar geen fraude is geconstateerd?

Bij het onderzochte gastouderbureau zijn administratieve onregelmatigheden aangetroffen, tijdens het onderzoek naar vermoedens van georganiseerd oneigenlijk gebruik van toeslagen. Er was geen sprake van (fiscale) onregelmatigheden waarvoor het gastouderbureau wettelijk verantwoordelijk is. De toeslagontvangers zijn verantwoordelijk voor een deugdelijke administratie van de opvang door de gastouders en het op basis daarvan aanvragen van toeslagen.

22. Wat waren de selectiecriteria om een gastouderbureau te onderzoeken?

Onderzoeken naar vermoedens van georganiseerd misbruik worden opgestart op basis van interne en/of externe signalen. Signalen kunnen zijn hoge opvanguren, veel ouder-kind relaties tussen gast- en vraagouders, administratieve onregelmatigheden en een groot financieel belang.

23. Zijn van elk gastouderbureau alle afnemende ouders onderzocht of vond er een selectie plaats? Zo ja, op basis van welke criteria werd deze selectie gemaakt?

Alle betrokken ouders zijn onderzocht. Er is geen selectie gemaakt.

24. Hoe stelde het CAF 11-team vast of een ouder had gefraudeerd?

In de Kamerbrief is aangegeven hoe het proces liep om vast te stellen of er sprake was van oneigenlijk gebruik van toeslagen. In de zaak CAF 11 zijn de ouders niet als fraudeur aangemerkt.

25. Wat waren de vervolgstappen wanneer het CAF 11-team vaststelde dat een ouder gefraudeerd had?

In de zaak CAF 11 zijn de ouders niet als fraudeur aangemerkt. Bij de vaststelling van oneigenlijk gebruik werd geen toeslag meer uitgekeerd en is het uitbetaalde voorschot teruggevorderd. Hiervan kreeg de burger door middel van een beschikking bericht. In het geval de burger bezwaar of beroep instelde, werd automatisch uitstel van betaling verleend.

26. Wat was de rol van zwarte lijsten in dit dossier? Hoe kwam zo’n zwarte lijst tot stand? Welke stappen ondernam de Belastingdienst wanneer een ouder op een zwarte lijst kwam?

Zie ook de beantwoording op de vragen 11 en 12. Zoals ik ook aan uw Kamer heb toegelicht in het plenaire debat van 21 maart jl. over dit onderwerp, werkt Toeslagen met lijsten, die bepalen of een aanvraag of wijziging van een aanvraag handmatig dient te worden beoordeeld. Als een burger op een dergelijke lijst komt wordt de aanvraag of wijziging dus handmatig beoordeeld. Plaatsing op een lijst voor handmatige beoordeling verhindert niet dat de burger een aanvraag voor een toeslag kan doen of een wijziging kan doorgeven. Tevens beïnvloedt dit op geen enkele manier de rechten van burgers. Bij CAF 11 heeft de beoordeling echter veel te lang geduurd. De betrokken burgers, die vanuit het project allemaal op de lijsten zijn geplaatst, hebben daardoor veel te lang op een voorlopige of definitieve toekenning van de kinderopvangtoeslag moeten wachten.

27. Welke informatie werd verstrekt aan de ouders bij wie fraude met de kinderopvangtoeslag werd vastgesteld?

28. Welke informatie werd ouders verstrekt die zijn onderzocht in het kader van mogelijke fraude, maar bij wie geen fraude werd vastgesteld?

In de zaak CAF 11 zijn de ouders niet als fraudeur aangemerkt. Na beoordeling van de aangeleverde documenten kregen ouders te horen of de toeslag ofwel opnieuw werd toegekend ofwel dat de informatie onvolledig was. Zoals ik ook in de Kamerbrief benoem werd ouders onvoldoende duidelijk gemaakt welke informatie nog ontbrak.

29. Wat was de handelingswijze van de Belastingdienst/Toeslagen wanneer een ouder bezwaar maakte tegen het terugvorderen van de toeslag?

Na de indiening van een bezwaarschrift tegen de opgelegde terugvordering vindt een heroverweging plaats op de in het bezwaarschrift aangevoerde gronden. Dit resulteert vervolgens in een beslissing op bezwaar. Wanneer het bezwaar ongegrond was, is in de beslissing op bezwaar aangegeven dat de burger de mogelijkheid had om in beroep te gaan. In de CAF 11 zaak heeft de behandeling van bezwaren vaak te lang op zich laten wachten.

30. Hoeveel van de onderzochte ouders zijn door het CAF-11-team aangemerkt als fraudeur?

31. Hoeveel van de als fraudeur aangemerkte ouders hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit?

In de CAF 11-zaak is geen fraude door de ouders vastgesteld. In de CAF 11-zaak zijn in totaal 472 bezwaren (92 over het toeslagjaar 2012, 212 over het toeslagjaar 2013 en 168 over het toeslagjaar 2014) ingediend.

32. Hoeveel van de als fraudeur aangemerkte ouders hebben de te veel ontvangen toeslag zonder bezwaar terugbetaald?

Van de betrokken 302 ouders in de CAF 11-zaak hebben 159 ouders geen bezwaar gemaakt op de terugvordering voor het toeslagjaar 2012, 79 voor het toeslagjaar 2013 en 84 voor het toeslagjaar 2014.

33. Wat is het totaalbedrag in deze zaak dat teruggevorderd is aan kinderopvangtoeslag?

In totaal is in deze zaak ongeveer € 2,9 miljoen teruggevorderd bij de ouders over de jaren 2012 t/m 2014.

34. In welke gevallen werden er extra kosten aan de als fraudeur aangemerkte ouders in rekening gebracht, als aanmaningen, boetes of rente? Verandert dit het totaalbedrag dat ouders hebben betaald vanwege het terugvorderen van de kinderopvangtoeslag?

In de CAF 11-zaak zijn er, voortvloeiend uit de Invorderingswet, kosten voor een aanmaning of dwangbevel in rekening gebracht als er niet is betaald, te laat is betaald en indien er niet wordt voldaan aan een betalingsregeling. Dit geldt ook voor de rente. Dit is volgens huidige wet- en regelgeving. Er zijn geen boetes opgelegd.

35. In hoeveel van de onderzochte gevallen heeft een herbeoordeling van de Belastingdienst de terugvordering van een eerder als fraudeur aangemerkte zaak laten vervallen?

36. In hoeveel gevallen heeft de Belastingdienst als gevolg van de herbeoordeling de onterecht teruggevorderde kinderopvangtoeslag, weer naar de ouders overgemaakt? Welk totaalbedrag is hiermee gemoeid?

In 217 gevallen heeft Toeslagen de kinderopvangtoeslag tijdens en na de bezwaarfase alsnog toegekend. Voor het jaar 2012 zijn er 31 toeslagen alsnog toegekend, voor het jaar 2013 zijn dat er 96 en voor het jaar 2014 zijn dat er 90.

37. Hoeveel van de als fraudeur aangemerkte ouders zijn naar de rechter gegaan? Hoeveel van deze zaken heeft de Belastingdienst gewonnen?

Bij de rechtbank zijn 146 beroepen ingediend door de vraagouders waarvan er nu nog vier beroepen aanhangig zijn. In achttien zaken is belanghebbende in het gelijk gesteld, waarvan in zes zaken dit zonder rechtsgevolg bleef. In één zaak is belanghebbende deels in het gelijk gesteld. In 70 zaken is het beroep ongegrond verklaard, in één zaak is een voorlopige voorziening afgewezen en de overige zaken zijn ingetrokken of niet-ontvankelijk verklaard.

Bij de Raad van State is in 47 zaken hoger beroep ingesteld. 43 zaken hiervan zijn door de vraagouder ingesteld. Hiervan is in vier zaken belanghebbende in het gelijk gesteld. 23 zaken, waaronder een verzet en een herzieningsverzoek, zijn ongegrond verklaard. Er lopen nog zeven hoger beroepszaken. De overige zaken zijn ingetrokken of niet-ontvankelijk verklaard.
Vier zaken zijn door Toeslagen ingesteld. Hiervan is in twee gevallen Toeslagen in het gelijk gesteld. Eén zaak is ongegrond verklaard en één zaak is ingetrokken.

38. In hoeveel gevallen is de Belastingdienst door de rechter gesommeerd de onterecht teruggevorderde kinderopvangtoeslag weer naar de ouders over te maken? Welk bedrag is hiermee gemoeid?

In één geval heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State bepaald dat er recht op kinderopvangtoeslag is over een specifiek jaar. Daarbij is aan de Belastingdienst opgedragen om uit te gaan van een door de Raad van State vastgesteld bedrag aan kosten voor kinderopvang.

39. Hoeveel capaciteit heeft de Belastingdienst op het CAF-11-team zitten, in fte per jaar?

40. Hoeveel fte werken binnen de Belastingdienst aan de inhoudelijke behandeling van vragen, klachten en bezwaren van burgers in de CAF-11-zaak?

Doordat door Toeslagen geen capaciteitsinzet op dossierniveau wordt bijgehouden, is het niet mogelijk om aan te geven hoeveel fte specifiek met CAF-zaken bezig zijn.

41. Kunt u de uitkomst delen van de gesprekken die u naar aanleiding van het Kamerdebat van 21 maart 2019 over het onterecht terugvorderen van kinderopvangtoeslagen heeft gevoerd met de gedeputeerden?

Op 15, 17 en 22 mei is de directeur Toeslagen in gesprek gegaan met de betrokken ouders.
Dat waren open en emotionele gesprekken. Daarnaast ben ik vandaag met enkele betrokken ouders in gesprek geweest waar duidelijke gevoelens van teleurstelling en boosheid naar voren kwamen. Ik informeer uw Kamer nog apart over mijn gesprek met de ouders en de eerdere gesprekken tussen ouders en medewerkers van Toeslagen.

42. Kunt u aangeven hoe het kan dat er onbekende Burgerservicenummers (BSN) binnen de selectie zijn gevallen en wat dat betekent voor de vervuiling van de lijst en daarmee de foutpercentages?

43. Wanneer wordt deze omissie hersteld?

Dit is niet gebeurd. Bij de beantwoording van de vragen 9 en 10 is samenstelling van de onderzoekspopulatie toegelicht.

44. Wat is het huidige takenpakket van het CAF-11-team? Verricht het CAF-11-team nog actief onderzoek naar fraude met de kinderopvangtoeslag en onder welke voorwaarden? Is de werkwijze van het CAF-11-team veranderd sinds het opzetten daarvan?

De Belastingdienst is in 2013 gestart met de aanpak via het CAF-team. Het project CAF 11 was een van de eerste zaken die door middel van deze aanpak zijn opgepakt. In 2016 is de werkwijze bij CAF-zaken aangepast, zodat toeslagen in geen geval worden stopgezet voordat nadere informatie bij ouders is opgevraagd. Dat is helaas wel bij de ouders uit de CAF 11-zaak gebeurd. Over de aanpassing van deze werkwijze heb ik uw Kamer geïnformeerd in mijn reactie op het rapport van de Nationale ombudsman in 2017. Tevens wordt momenteel gewerkt aan verbetermaatregelen, zoals ik in mijn brief van 11 oktober 2018 aan uw Kamer heb aangegeven.

45. Welke andere CAF-zaken heeft de Belastingdienst momenteel lopen?

46. Hoeveel fte zijn in totaal met de uitvoering van deze CAF-zaken gemoeid?

Op dit moment lopen er 16 CAF-zaken die gerelateerd zijn aan Toeslagen. Doordat door Toeslagen geen tijd op dossierniveau wordt bijgehouden, is het niet mogelijk om aan te geven hoeveel fte specifiek met uitvoering van CAF-zaken bezig zijn.

47. Welk totaalbedrag hebben de CAF-teams tot nu toe terug weten te vorderen als gevolg van welke onderzoeken?

Er is geen overzicht van alle terugvorderingen van alle CAF-zaken. Na onderzoek door het CAF-team vindt de verdere afwikkeling in reguliere teams van de Belastingdienst plaats.

48. Klopt het dat niet alle burgers die op een uitsluitlijst stonden dit wisten?

49. Klopt het dat burgers jarenlang op uitsluitlijsten stonden, terwijl ze hier niet op hoorden te staan en dat ook medewerkers van de Belastingdienst dit vonden?

Het klopt dat burgers jarenlang op lijsten stonden en handmatig beoordeeld zijn, terwijl daar geen concrete aanleiding meer voor was. Zie ook het antwoord op de vragen 11 en 12.

50. Welke kosten-batenanalyse is er gemaakt voor het inzetten van de landsadvocaat?

Zoals ik u in mijn Kamerbrief van 11 oktober 2018 heb aangegeven is naar aanleiding van eerdere vragen van het lid Omtzigt over de uitleg van artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten de Landsadvocaat te betrekken. De Landsadvocaat is gevraagd ‘alle op de zaak betrekking hebbende stukken’, te beoordelen, en of al deze stukken in CAF 11-beroepszaken aan de rechter zijn verstrekt. Uit oogpunt van transparantie en de behoefte aan een onafhankelijk juridisch oordeel, heb ik de Landsadvocaat gevraagd zorg te dragen voor de procesvertegenwoordiging. Er vindt dan ook geen kosten-batenanalyse plaats.

———-

Beantwoording Kamervragen 2019Z08903 (ingezonden 30 april 2019)
Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretaris van Financiën over een ouder die tot de Raad van State moest doorprocederen om de kinderopvangtoeslag van 2013 en 2014 te krijgen, en nog lopende zaken van ouders.

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de Raad van State van 24 April 2019, waarin de Raad van State de besluiten van de Belastingdienst om de kinderopvangtoeslag stop te zetten en op nul te zetten voor 2013 en 2014 vernietigt, de ouder de facto kinderopvangtoeslag toekent over die jaren, de ouder immateriële schadevergoeding toekent en de Belastingdienst veroordeelt tot het betalen van griffierecht en proceskosten?

Antwoord vraag 1
Ja.

Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat in deze CAF 11-zaak, waarover zo vaak gesproken is en waarover toegezegd is opnieuw naar de dossiers te kijken, deze ouder helemaal tot de Raad van State diende te procederen, tegen nota bene de landsadvocaat, om kinderopvangtoeslag te krijgen?

Antwoord vraag 2
De uitvoering van de regeling inzake de kinderopvangtoeslag is opgedragen aan de Belastingdienst/Toeslagen (hierna: Toeslagen). Toeslagen is belast met het toekennen, uitbetalen en terugvorderen van de kinderopvangtoeslag. De Belastingdienst is daarbij gehouden aan wet- en regelgeving, beleid en jurisprudentie.

De juridische beoordeling kan ingewikkeld zijn, dat blijkt ook uit deze zaak. De rechtbank stelde voor beide in geschil zijnde jaren Toeslagen in het gelijk. In uitspraak op het hoger beroep door belanghebbende tegen de rechtbankuitspraak gaf de Raad van State het gelijk voor beide jaren aan belanghebbende. De Raad van State heeft hierbij eerder toegepaste rechtsregels genuanceerd. Waaronder dat een verschil tussen de totale kosten en de betaalde kosten dusdanig klein kan zijn dat het niet in de weg staat aan het recht op kinderopvangtoeslag. Daarbij is de omvang van en de regelmaat waarmee de betalingen maandelijks plaatsvonden van belang en het feit dat maandelijks naar aanleiding van de factuur werd betaald.

In de Kamerbrief die u vandaag eveneens heeft ontvangen (hierna: Kamerbrief) wordt uitgebreid stilgestaan bij het verdere proces rondom CAF 11 en handelen van Toeslagen.

Vraag 3
Is het u ook opgevallen dat deze zaak behandeld is op 9 oktober 2018 (toen hierover meerdere Kamervragen gesteld waren) en de Belastingdienst bij de behandeling toezegde om over 2013 nog een keer naar de bankafschriften te kijken, en als daaruit zou blijken dat voldoende is betaald, consequenties te trekken? Herinnert u zich dat de staatsraad concludeerde dat dat binnen twee weken kan en dat de Belastingdienst vanwege een relatief klein verschil persisteert in volledige afwijzing van de hele kinderopvangtoeslag over 2013?

Antwoord vraag 3
Uit de uitspraak van de Raad van State blijkt dat de zaak ter zitting is behandeld op 9 oktober 2018. Met name over het jaar 2013 was de rechter kritisch omdat uit bankafschriften uit het dossier zou blijken dat de facturen wel waren voldaan en er dus wel een recht op toeslag zou bestaan. Over het jaar 2013 had Toeslagen een verschil geconstateerd van tussen de € 115 en € 215, afhankelijk welke overzichten als uitgangspunt werden genomen. Ter zitting is door de Landsadvocaat aan de rechter voorgesteld dat Toeslagen nogmaals naar de bankafschriften kijkt en beoordeelt of de berekening van de rechter – waaruit blijkt dat er voldoende aan de kinderopvang is betaald – juist is en de rechter daarover binnen twee weken te berichten. Dit is gebeurd en vervolgens heeft de Landsadvocaat tijdig aan de rechter laten weten dat er een verschil blijft van € 115. Gelet op de toenmalige stand van de jurisprudentie leidde een dergelijk verschil tot de constatering dat er geen recht op kinderopvangtoeslag bestaat. In mijn Kamerbrief ga ik nader in op de vervolgacties die in gang zijn en of worden gezet.

Vraag 4
Hoe beoordeelt u de houding van de Belastingdienst en van de landsadvocaat in deze zaak?

Antwoord vraag 4
De Landsadvocaat heeft als procesvertegenwoordiger van Toeslagen in het hoger beroep bij de Raad van State geopereerd conform de stand van de jurisprudentie. Voor het handelen van Toeslagen in de CAF 11 zaak wordt verwezen naar de Kamerbrief.

Vraag 5
Heeft de Belastingdienst begrepen wat de Ombudsman bedoelde met de titel ‘geen powerplay, maar fairplay’ in zijn vernietigende rapport dat hij over deze zaak schreef in 2017?

Antwoord vraag 5
Ik ben mij heel bewust wat de Ombudsman bedoelt in zijn rapport. Ik verwijs hiervoor naar de Kamerbrief.

Vraag 6
Herinnert u zich de volgende aanbeveling uit het rapport van de Ombudsman en heeft de Belastingdienst deze netjes uitgevoerd:

“Toeslagen heeft een groot aantal gezinnen door zijn onevenredig harde aanpak in financiële problemen gebracht en hun vertrouwen geschonden. Het is aan Toeslagen om het geschonden vertrouwen te herstellen. De Nationale ombudsman beveelt Toeslagen aan om de vraagouders die overlast hebben ondervonden door de aanpak van Toeslagen excuses aan te bieden en een tegemoetkoming te bieden voor het aangedane leed”?

Antwoord vraag 6
Het in vraagstelling opgenomen citaat uit het rapport van de Nationale ombudsman is neergeslagen in aanbeveling drie van het rapport. Het antwoord op vraag zeven gaat in op alle aanbevelingen.

Vraag 7
Kunt u de conclusies en aanbevelingen van de Ombudsman een voor een nalopen en aangeven of u van mening bent dat er voldoende uitvoering aan gegeven is?

Antwoord vraag 7
De Nationale ombudsman heeft op 7 augustus 2017 het rapport “Geen powerplay maar fair play” uitgebracht over de CAF 11-zaak, waarin op basis van twee conclusies vier aanbevelingen worden gedaan. Kort gezegd concludeert de Nationale ombudsman dat Toeslagen bij het opsporen en bestrijden van misbruik het burgerperspectief uit het oog heeft verloren, daarnaast wordt Toeslagen de trage behandeling van de bezwaarschriften verweten. Hieronder benoem ik de vier aanbeveling, met mijn reactie daarop.

De Nationale ombudsman beveelt Toeslagen aan om:
1: voortaan – als hij de rechtmatigheid van een lopende kinderopvangtoeslag wil onderzoeken en de lopende toeslag wil opschorten of beëindigen – de procedure te volgen zoals de wetgever deze voor ogen had en ook overigens te voldoen aan het behoorlijkheidsvereiste van ‘fair play’.

De kinderopvangtoeslag behoorde niet te worden gestopt, maar opgeschort. Pas als uit het onderzoek blijkt dat er geen recht bestaat, kan de toeslag worden gestopt.
Reeds in 2016 is de praktijk van stopzetting tijdens de uitvraag van bewijs gestopt. Een van de door mij aangekondigde maatregelen van 11 oktober jl. ziet op de verbetering van de vaktechnische lijn, deze maatregel draagt bij aan het op de juiste wijze volgen van de procedure zoals deze uit het beleid volgt.

2: als deze een toeslag(aanvraag) afwijst of beëindigt omdat de aanvrager onvoldoende gegevens of bewijsstukken heeft aangeleverd – in de beschikking duidelijk aan te geven welke informatie en / of bewijsstukken ontbreken of niet voldoen aan de eisen.

In de communicatie naar de aanvragers wordt duidelijker aangegeven waarom er geen recht op de toeslag bestaat. Wanneer de reden ligt in het niet overleggen van alle benodigde stukken, wordt duidelijker aangegeven welke stukken ontbreken of niet voldoen.

3: de vraagouders die overlast hebben ondervonden door de aanpak van Toeslagen excuses aan te bieden en een tegemoetkoming te bieden voor het aangedane leed.

Aan de vraagouders die overlast hebben ondervonden door de aanpak van Toeslagen zijn excuses aangeboden en bij overschrijding van termijnen is tegemoetkoming toegekend.

4: de voorheen afgewezen bezwaarschriften en de lopende beroepszaken binnen een termijn van drie maanden ambtshalve te toetsen aan de uitspraak van de Raad van State d.d. 8 maart 2017. In die uitspraak oordeelde de Raad van State dat Toeslagen bij de beëindiging van het kinderopvangtoeslag-voorschot niet de vereiste zorgvuldigheid in acht heeft genomen en in strijd met de voor opschorting geldende regels heeft gehandeld. Deze aanbeveling geldt alleen voor de dossiers waarin betrokkenen voldaan hebben aan hun informatieplicht en alle benodigde gegevens en bewijsstukken aan Toeslagen hebben verstrekt. De Nationale ombudsman verzoekt Toeslagen om hem over drie maanden te informeren over de voortgang en de uitkomsten van deze herbeoordeling.

In 2017 is door Toeslagen gekeken of de uitspraak van de Raad van State van 8 maart 2017 ruimte bood om voor meer ouders de Kinderopvangtoeslag alsnog toe te kennen. Hiertoe is ook contact geweest met de gemachtigde in veel beroepszaken. Ouders zouden toeslag ontvangen voor de periode dat zij de bewijzen konden overleggen en daarmee hun recht konden aantonen. Helaas leidde dat niet tot een afronding van de zaken.

Vraag 8
Hoeveel kosten heeft de Belastingdienst gemaakt in alleen al deze zaak (onder andere eigen kosten, kosten eigen advocaat, kosten landsadvocaat)?

Antwoord vraag 8
In de brief aan uw Kamer van 29 maart jl. zijn de kosten tot februari 2019 in de CAF 11-zaak opgenomen. Het gaat om het totaal van inzet van de Landsadvocaat bij de verschillende afgesloten en nog lopende bestuursrechtelijke procedures, de lopende procedure rondom de civiele schadeclaim en algemene advisering in het kader van CAF 11. De in de brief genoemde kosten zijn € 282.000. Dit is afgerond op duizenden euro’s en omvat honoraria, kantoorkosten, verschotten en BTW.

Vraag 9
Kunt u aangeven hoe u aankijkt tegen de zaken die nog lopen in de CAF 11-zaak en hoe u ervoor gaat zorgen dat ouders niet onnodig rechtszaken tegen de overheid moeten blijven voeren?

Vraag 10
Ziet u aanleiding om zaken van ouders die niet hebben doorgeprocedeerd tot de Raad van State en nog lopende zaken opnieuw te bestuderen en te beoordelen?

Antwoord vragen 9 en 10
Volledigheidshalve verwijs ik naar de Kamerbrief waarin ik uitgebreid ben ingegaan op de rol die de overheid in dit dossier heeft gespeeld en de nu ingezette acties.

Vraag 11
Hoe vaak is in de CAF 11-zaak iemand (vraagouder, gastouder of bureau) veroordeeld?

Antwoord vraag 11
Er hebben geen veroordelingen plaatsgevonden in de CAF-11 zaak.

Vraag 12
Hoe vaak heeft de rechter de Belastingdienst (gedeeltelijk) in het ongelijk gesteld in CAF 11-zaken?

Antwoord vraag 12
Bij de rechtbank zijn 146 beroepen ingediend door de vraagouders waarvan er nu nog vier beroepen aanhangig zijn. In achttien zaken is belanghebbende in het gelijk gesteld, waarvan in zes zaken dit zonder rechtsgevolg bleef. In één zaak is belanghebbende deels in het gelijk gesteld. In 70 zaken is het beroep ongegrond verklaard, in één zaak is een voorlopige voorziening afgewezen en de overige zaken zijn ingetrokken of niet-ontvankelijk verklaard.

Bij de Raad van State is in 47 zaken hoger beroep ingesteld. 43 zaken hiervan zijn door de vraagouder ingesteld. Hiervan is in vier zaken belanghebbende in het gelijk gesteld. 23 zaken, waaronder een verzet en een herzieningsverzoek, zijn ongegrond verklaard. Er lopen nog zeven hoger beroepszaken. De overige zaken zijn ingetrokken of niet-ontvankelijk verklaard. Vier zaken zijn door Toeslagen ingesteld. Hiervan is in twee gevallen Toeslagen in het gelijk gesteld. Eén zaak is ongegrond verklaard en één zaak is ingetrokken.

Vraag 13
Gaat u persoonlijk om de tafel zitten met de ouders die jarenlang hebben moeten wachten en daardoor niet veel vertrouwen hebben in de Belastingdienst/Toeslagen en/of de landsadvocaat? Zo ja, wanneer?

Vraag 14
Mogen de ouders iemand meenemen die hen kan bijstaan?

Antwoord op de vragen 13 en 14
In het debat van 21 maart 2019 met uw Kamer heb ik aangegeven dat ik samen met de directeur Toeslagen contact laat opnemen met de ouders om het gesprek aan te gaan. De gesprekken met de directeur Toeslagen hebben plaatsgevonden op 15, 17 en 22 mei. Vandaag, op 11 juni 2019, heb ik een gesprek gehad met een delegatie van de betrokken ouders, om hen persoonlijk te kunnen spreken. De ouders mochten iemand meenemen om hen bij te staan.

Vraag 15
Herinnert u zich dat u in het debat op 21 maart 2019 het volgende heeft gezegd: “In ieder geval trof de dienst bij het gastouderbureau blijkbaar een hoop gevallen aan, waarschijnlijk van gastouders die ervoor werkten, waarin de papieren niet in orde waren, waarin uren werden gedeclareerd die er niet waren en nepfacturen werden geschreven. Er waren overzijds dingen. Er was echt veel aan de hand. Dat is geen lichtzinnig moment geweest. Op dat moment besluit zo’n team: hier lijkt er sprake van een facilitator. Dit is geen individueel geval dat vragen oproept, maar hier lijkt erop dat iemand, een bureau, echt bezig is om dingen te organiseren”?

Antwoord vraag 15
Ja.

Vraag 16
Kunt u de uitspraken in de vorige paragraaf helder en een voor een onderbouwen?

Antwoord vraag 16
Ik constateer dat de CAF 11-zaak op basis van een bevindingenoverzicht van de GGD, dat zag op een aantal gastouders die bij het gastouderbureau waren aangesloten, is gestart, alsmede op basis van twee e-mails. Het CAF 11-team verzamelde naar aanleiding van deze signalen nadere informatie uit de systemen van Toeslagen. Uit deze gegevens, in combinatie met de informatie van de GGD, kwamen zaken naar boven die zouden kunnen duiden op georganiseerd misbruik. Dit betrof bijvoorbeeld hoge opvanguren door gastouders en veel ouder-kindrelaties tussen gast- en vraagouders. In het kader van het verdere onderzoek hebben vervolgens bij zestien gastouderbezoeken plaatsgevonden. Bij deze bezoeken werd geconstateerd dat een deel van de kinderen niet aanwezig was en dat bij sommige gastouders de administratie niet op orde was. Bij een vervolgonderzoek aan het gastouderbureau werden bij een steekproef bij alle onderzochte dossiers van gastouders bijzonderheden geconstateerd die mogelijk op fraude duidden, zoals vooringevulde urenstaten. De vervolgstappen in deze CAF 11-zaak zijn in de Kamerbrief opgenomen.

Vraag 17
Kunt u deze vragen zorgvuldig beantwoorden en wel voordat u het eerste gesprek met de ouders aangaat?

Antwoord vraag 17
Ik probeer Kamervragen altijd zo zorgvuldig mogelijk te beantwoorden. Zoals ook in de Kamerbrief is opgenomen heeft dit gesprek vandaag plaatsgevonden.