Conceptverslag AO Verkeersveiligheid cie. I&W en J&V d.d. 13.12.2018

Uitgelicht:

– selectie TNO-onderzoek Stint
– selectie toezeggingen

“De heer Laçin (SP):
Dan toch even een paar opmerkingen over de Stint. Mevrouw Kröger haalde ook al de inval van het Openbaar Ministerie aan. Dat komt wel heel toevallig op dezelfde dag als het TNO-onderzoek bij het ministerie ligt. Zit daar een verband tussen of is dat toeval? Dat wil ik heel graag weten van de minister. Ik wil ook van de minister weten welke mogelijkheden zij ziet om de kinderdagverblijven te compenseren. Vanochtend heeft ze tijdens de persconferentie gezegd dat financiële compensatie niet aan de orde is. Wat is dan wél mogelijk? Wij gaan hier later nog over praten, hopelijk meteen na het kerstreces. Dan zullen we de inhoud van het onderzoek nog verder bespreken.”

De heer Remco Dijkstra (VVD) heeft een VAO aangevraagd. Dit VAO moet nog worden ingepland.


De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat en de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid hebben op 13 december 2018 overleg gevoerd met de heer Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid, en mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat, over: Verkeersveiligheid

————

Selectie TNO-onderzoek Stint

De heer Remco Dijkstra (VVD):
Voorzitter. Dan de Stint. We hebben vanmorgen het hele pakket stukken gehad en hebben de persconferentie kunnen zien. Hij komt voorlopig dus niet terug op de weg; dat is heel helder. Het apparaat moet veilig zijn. Dat is het dus niet. Ik zag de zes punten waarop TNO heeft getoetst. Zes keer was er een rood vakje. Het ding is niet veilig. Als er überhaupt iets met de Stint gaat gebeuren, moet hij onderworpen worden aan een nieuw toetsingskader. Ik vraag de minister wel om daar vaart mee te maken, want ik zie de urgentie. We hebben hierover in december met elkaar gesproken. Wat kan de minister erover zeggen? Ik wil innovatie natuurlijk niet stukslaan. We kunnen in regelgeving alles vangen, maar dit apparaat is gewoon niet geschikt voor personenvervoer en we hadden er destijds dus ook niet aan moeten beginnen. Ik hoop dat we daar lessen uit kunnen trekken.

De voorzitter:
Ik onderbreek u even voor een interruptie van mevrouw Kröger. Ga uw gang.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):
De heer Dijkstra trekt nu de conclusie die TNO trekt, namelijk dat een aantal essentiële kenmerken van de Stint niet veilig zijn. Op basis van die kenmerken is de Stint destijds goedgekeurd. Wat zegt dat over het toetsingskader dat destijds is afgesproken? En wat vindt de heer Dijkstra van het feit dat dit pas in 2018 naar aanleiding van een gruwelijk ongeluk aan het licht komt?

De voorzitter:
De heer Dijkstra stelt voor om even te wachten op de bel. De andere leden zijn het daarmee eens, zie ik, dus dan doe ik dat maar even. Meneer Dijkstra, ga uw gang.

De heer Remco Dijkstra (VVD):
De vraag van mevrouw Kröger was wat dit zegt over het toetsingskader van toen, in 2009 en 2011, en later toen de Stint op de weg is gekomen. De Stint viel onder de categorie bijzondere bromfietsen. We hebben die categorie in het leven geroepen om een apparaat mogelijk te maken, de segway. Dat gebeurde onder Eurlings. De hele Kamer was daar enthousiast over. Vervolgens is die categorie bijzondere bromfietsen uitgebreid met allerlei andere apparaten. Er zijn er een stuk of zeventien. Wat zegt dit, achteraf kijkend, over het toetsingskader? Dat dat niet op orde was. Het is ook duidelijk dat er geen toezicht op was. Er is op een gegeven moment een Stint goedgekeurd, met een aantal opmerkingen daarbij. Daarvan kun je nu zeggen: dat is niet goed geweest. Dat is helder. Er zijn daarna meerdere Stints in omloop gekomen, op basis van dezelfde goedkeuring. Dat heet geloof ik het conformiteitsbeginsel. Dat is niet goed, dus daar moeten we lessen van leren. We moeten dat in de toekomst dus anders doen.

De voorzitter:
Dat leidt tot een vervolgvraag van mevrouw Kröger.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Het is goed dat mijn VVD-collega aangeeft dat er inderdaad sprake is van een falend toetsingskader en falend toezicht, want daar hebben we het over. Maar dat heeft wel doorgelopen tot 20 september dit jaar. Pas na dat ongeluk kwam aan het licht dat de minister verantwoordelijk voor verkeersveiligheid eigenlijk niet handhaafde en geen toezicht had op een groep voertuigen waar kleine kinderen mee vervoerd worden. Wat vindt mijn collega daarvan?

De heer Remco Dijkstra (VVD):
Dat is triest. Dat betekent dat wij ons daar vanaf 2009 tot 2017 onvoldoende rekenschap van hebben gegeven en dat we ons als Kamer onvoldoende gerealiseerd hebben wat het betekent als je iets doet waar andere dingen uit volgen. Dat is niet goed. Dat is triest. Dat moet anders en dat moet beter, daarvan zijn we allemaal doordrongen. Ik vind dat we nu ook aan oplossingen moeten werken, maar het is duidelijk dat de Stint in zijn huidige vorm niet geschikt is voor personenvervoer. Als we überhaupt iets gaan doen met de Stint, dan moet dat volgens een nieuw kader. Dat moeten wij spoedig in elkaar timmeren. Dat moet recht doen aan de veiligheid, zeker als het gaat om het vervoer van kinderen en andere zaken, en aan innovaties, die we ook nog steeds willen. Ik moet ook constateren dat de hele Kamer daarbij zat in 2009, in 2012 en ook nu, dus ik hoop dat we hier lessen uit kunnen leren.

De voorzitter:
Dank. Dan geef ik graag het woord aan de heer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):
Laat ik beginnen met zeggen dat ik blij ben dat ook de VVD er nu van overtuigd is dat de Stint niet geschikt is voor personenvervoer. De PVV heeft dat de vorige keer al ingebracht, maar toen was volgens mij iedereen nog wat sceptisch. Ik ben blij dat iedereen, ook TNO, nu onderstreept dat dit voertuig niet geschikt is voor personenvervoer. Ik ben blij dat we het vandaag niet in een paar minuten moeten behandelen, maar is mijn collega van de VVD het ook met mij eens dat dit zo snel mogelijk op de agenda moet en dat we dit zo snel mogelijk met elkaar moeten gaan bespreken? Want de conclusies van vanochtend van TNO zijn nogal stevig en volgens mij moeten we daar heel snel met elkaar over spreken. Is mijn collega dat met mij eens?

De voorzitter:
Bent u dat met hem eens, meneer Dijkstra?

De heer Remco Dijkstra (VVD):
Ja, dat ben ik met hem eens. Daar moeten we denk ik een apart algemeen overleg aan wijden. U heeft dat gisteren zelf ook voorgesteld en ik heb dat gesteund. Ik denk dat we dat in januari moeten gaan doen. De komende dagen kunnen we dan rustig al die rapporten van TNO tot ons nemen. De conclusies van TNO zijn hard, maar wel realistisch en daar moeten we het nu mee doen.

De heer Van Aalst (PVV):
Mee eens. We moeten dit zo snel mogelijk behandelen. Gisteravond hebben we besloten dat het niet verstandig is om dat vandaag hier in twee minuten te doen. Gezien de conclusies van vanochtend heb ik zojuist een aanvraag gedaan om op korte termijn een plenair debat te plannen, dus ik reken op uw steun.

De voorzitter:
Waarvan akte. U vervolgt uw betoog.

De heer Remco Dijkstra (VVD):
Ik vind dat we dit inderdaad uitgebreid met elkaar moeten bespreken, dus ik deel die zorg en die mening.

(…)

De heer Von Martels (CDA):
Over de Stint: ik ben uitermate blij dat de vragen die ik vorig jaar december heb gesteld over de handhaving en het toetsingskader als het gaat om dit bijzondere voertuig, een jaar later zijn beantwoord. De minister zei destijds dat ik eind 2018 antwoord zou krijgen en dat klopt, dus wat dat betreft is ze haar belofte nagekomen. Maar het is toch wel schrijnend dat het een jaar moet duren voordat je antwoorden krijgt.

De voorzitter:
De belofte van de minister.

De heer Von Martels (CDA):
Ja, voorzitter. Ik praat via u, dat is helemaal waar.

(…)

Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Ik begin toch met de Stint. Deze commissie heeft bij meerderheid besloten om het TNO-rapport apart te behandelen. Ik was hier eigenlijk ongelukkig mee. We krijgen vaak stukken last minute, ook nu. Ik denk dat het belangrijk is toch een paar dingen over dit stuk te zeggen. Na alle discussie die we hebben gehad over het tijdig informeren van de Kamer, vind ik de timing van dit rapport toch wel markant. Waarom is dat rapport niet eerder met ons gedeeld? Ook hoor ik heel graag van de minister wat de aanleiding was voor de inval bij de producent door het Openbaar Ministerie en hoe deze timing samenhangt met het TNO-onderzoek. Waren de uitkomsten van het TNO-onderzoek eigenlijk de aanleiding voor het OM om die inval te doen? Hoe zit dat precies?

En dan toch op de inhoud: hoe kan het dat er zo’n discrepantie is tussen wat veilig is volgens TNO en de regels die in 2011 zijn gebruikt om de Stint goed te keuren? De heer Dijkstra zegt dat de hele Kamer daarmee heeft ingestemd, maar laten we helder zijn en nogmaals herhalen dat dit regels waren voor de segway en niet voor een vervoersmiddel voor kleine kindertjes. Op vragen van mijn collega Van der Graaf heeft de minister geantwoord dat er in 2011 wel degelijk gevraagd is of een voertuig voor kleine kindertjes wel kan vallen onder de bepaling bijzondere bromfietsen. Toen is het ambtelijke antwoord kennelijk geweest dat dat mogelijk was, want er waren geen eisen of beperkingen ten aanzien van hoeveel personen er vervoerd werden. Daar is dus een cruciale fout gemaakt wat mij betreft. Ik krijg daar heel erg graag een reactie op, want het blijkt dus wel degelijk een bewuste afweging te zijn geweest om een maatregel voor de segway te gebruiken voor een voertuig voor kinderen. Maar goed, we gaan het hier later uitgebreid over hebben, ook over het toetsingskader. Ik hoop echt dat in het toetsingskader een onderscheid wordt gemaakt tussen een voertuig voor kinderen en een voertuig voor vracht of een eenpersoonsvoertuig.

De voorzitter:
Dat leidt tot een interruptie van de heer Von Martels.

De heer Von Martels (CDA):
Ik hoor mevrouw Kröger zeggen dat we in het verleden misschien dingen hebben nagelaten. Dat zou best kunnen, maar ook u heeft in het verleden alle gelegenheid gehad om er vragen over te stellen of dit punt te agenderen. Pas nu er een ongeluk is gebeurd, gaat iedereen zeggen: we hadden dit en we hadden dat. Waarom hebben we als Kamer dan niet ingegrepen? Waarom heeft ook uw partij daar geen aandacht aan besteed? Dat vraag ik me dan wel af.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):
We hebben een minister die verantwoordelijk is voor verkeersveiligheid. We hebben een ILT die een signalerende functie heeft. Bij een signalerende functie hoort wat mij betreft dat een inspectie ziet welke nieuwe voertuigen er op de weg komen en het agendeert op het moment dat daar risico’s aan kleven. Ik snap niet dat tussen 2011 en 2018 op geen enkel moment bij het ministerie de gedachte is opgekomen: hé, we hebben nu een praktijk met een heleboel kleine kindertjes die worden vervoerd in een voertuig dat is goedgekeurd op basis van regels die daar niet over gaan. Die signalerende functie had kunnen leiden tot een rapport, dat bij de Kamer terecht was gekomen. Dan had dat debat bij een AO Verkeersveiligheid plaatsgevonden.

(…)

De heer Laçin (SP):
Dank, voorzitter. Ik kan eigenlijk ook niet anders dan beginnen met een paar opmerkingen over de Stint. Begin november hebben wij hier een debat over gehad. Toen hebben we Kamerbreed aan de minister gevraagd om TNO te verzoeken om het onderzoek snel te doen en dat snel naar de Kamer te sturen, omdat dit onderwerp heel veel mensen in Nederland bezig heeft gehouden en nog steeds bezighoudt. Nou, toen was dat onderzoek er gisteren eindelijk, maar kregen we het niet opgestuurd. Vervolgens beslist de meerderheid van deze commissie dat we het er vandaag maar niet over moeten hebben. En dat terwijl iedereen erop zit te wachten. Ik vind dat echt te gek voor woorden. Ik vind dat echt onbegrijpelijk, juist omdat het eerder regel dan uitzondering is, zoals mevrouw Kröger zei, dat we tegenwoordig alles last minute uitgereikt krijgen. Nu is het niet anders en wordt er toch besloten om het niet te bespreken, terwijl volgens mij heel veel mensen erop zitten te wachten. Ik vind dat onbegrijpelijk, voorzitter.

Dan toch even een paar opmerkingen over de Stint. Mevrouw Kröger haalde ook al de inval van het Openbaar Ministerie aan. Dat komt wel heel toevallig op dezelfde dag als het TNO-onderzoek bij het ministerie ligt. Zit daar een verband tussen of is dat toeval? Dat wil ik heel graag weten van de minister. Ik wil ook van de minister weten welke mogelijkheden zij ziet om de kinderdagverblijven te compenseren. Vanochtend heeft ze tijdens de persconferentie gezegd dat financiële compensatie niet aan de orde is. Wat is dan wél mogelijk? Wij gaan hier later nog over praten, hopelijk meteen na het kerstreces. Dan zullen we de inhoud van het onderzoek nog verder bespreken.

(…)

Minister Grapperhaus:
Dan heb ik nog één ding. Dat was de vraag van mevrouw Kröger betreffende de Stint, voor zover het het Openbaar Ministerie betreft, want dat is mijn verantwoordelijkheid. Het is een lopend onderzoek van het Openbaar Ministerie. Daar kunnen we niets over zeggen en dat moeten we ook niet doen. Ik leg ook altijd uit waarom dat zo is, ook aan de mensen die hiernaar kijken, hier of elders. Het Openbaar Ministerie is onafhankelijk in zo’n lopend onderzoek. Daar moet een bewindspersoon geen uitlatingen over gaan doen, van welke aard dan ook, want dat is rechtsstatelijk niet goed en het is ook voor het vervolg van de procedure niet goed. De timing van het onderzoek wordt, gezien de onafhankelijkheid, ook bepaald door het Openbaar Ministerie, op basis van onder andere de behoefte aan het onderzoek. Ik denk dat we daaraan verder niet veel hoeven toe te voegen in het kader van dit onderwerp. Ik zeg u heel eerlijk: ik heb echt groot vertrouwen in het Openbaar Ministerie, als ik zie hoe voortvarend ze dit soort zaken oppakken, zeker als het gaat om een kwestie die veel maatschappelijke onrust veroorzaakt, c.q. heeft veroorzaakt. Ik hoop dat u daar begrip en geduld voor kunt opbrengen, maar dat wordt denk ik beloond met zorgvuldigheid.

(…)

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:
Dank u wel, voorzitter. Allereerst ga ik kort in op de Stint. Collega Grapperhaus gaf net al aan dat het Openbaar Ministerie het onderzoek volledig onafhankelijk doet. Dat is ook heel goed. Ik werd gisteren in Polen, waar ik was bij de klimaattop in Katowice, daardoor verrast. Ik had ook liever rustig de tijd gehad voor het TNO-rapport. Ik was gisteren in een druk programma in Polen en direct nadat wij na de vlucht op Schiphol waren geland, ben ik gaan lezen en ermee aan de slag gegaan. We hebben alles verder voorbereid en u hebt de Kamerbrief kunnen krijgen. Maar ik heb er uiteraard alle begrip voor dat u daar apart een debat over wilt hebben op het moment dat u er rustig kennis van hebt kunnen nemen. Aan onze kant heb ik nu juist weer mijn uiterste best gedaan om het wel zo snel mogelijk bij u te krijgen. Dus ik zie niet in wat ik daarin nog sneller of beter had kunnen doen. Dingen lopen nu eenmaal samen. Dat overkomt ons ook. Op het moment dat TNO het rapport klaar heeft en het spreekwoordelijke nietje erdoor doet, is dat zo. Dan gaat bij ons het proces lopen. Dus ik stel me voor dat we over alle andere Stint-gerelateerde onderwerpen met elkaar spreken. Uiteraard hoor ik wanneer uw Kamer mij daarvoor uitnodigt.

(…)

De heer Laçin (SP):
Het gaat over het vorige punt. Ik ben gewoon benieuwd of de minister nu geen enkel antwoord gaat geven op de vragen die over de Stint zijn gesteld.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:
Ik heb begrepen dat u daar juist zo snel mogelijk een apart debat over wilt. Het lijkt mij dan ook verstandig om het dan te doen, want niemand is daar verder op voorbereid. Ik heb op dit moment weinig toe te voegen aan wat ik vanochtend op de persconferentie heb gezegd. Ik weet niet of u nog een specifieke vraag hebt die u beantwoord wilt hebben. Als dat zo is, dan zal ik kijken of ik dat kan doen. Maar als u ervoor kiest om het apart te behandelen, dan lijkt het mij logisch dat wij dat dan ook doen.

De heer Laçin (SP):
Volgens mij is gisteren in de e-mailprocedure het verzoek gedaan om het TNO-onderzoek apart te bespreken, maar er stond natuurlijk wel een brief over de Stint voor vandaag geagendeerd. Daarom heb ik bijvoorbeeld ook de vraag gesteld over de mogelijkheden die u ziet voor een compensatie van kinderdagverblijven. Dat staat los van het TNO-onderzoek.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:
Voorzitter, ik heb van de zijde van de griffie begrepen dat u het totale pakket, ook het toelatingskader, in een apart debat wilt bespreken.

De voorzitter:
En zoals ik het heb begrepen, zat dat dan ook weer in de procedure die gisteren is gevoerd. Dat is dus ook inderdaad — dat werd net aan mijn linkerzijde geconfirmeerd — in de commissie zo afgekaart. Ik zie dat mevrouw Kröger over hetzelfde een vraag heeft. Gaat uw gang.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Een vraag of een opmerking. Ik vind de gang van zaken toch moeilijk. Dit rapport moet wel eerder op het ministerie zijn geweest als er vanochtend om 08.30 uur een persconferentie over was. Ik begrijp niet waarom het niet eerder naar de Kamer kon gaan. Er zijn gewoon veel inhoudelijke vragen gesteld, ook naar aanleiding van het rapport, en er zijn zorgen uitgesproken. We gaan het debat zo snel mogelijk voeren. Volledige steun voor het verzoek daartoe van de PVV. Ik denk dat het goed is dat de commissie wellicht nog een aantal schriftelijke vragen stelt en dat we daarop antwoord krijgen voor dat debat, want het TNO-onderzoek baart veel zorgen over het hoe van het ontbreken van de handhaving en het toezicht sinds jaren.

De voorzitter:
Ik probeer het even samen te vatten. Gisteren is er een procedure gevoerd om snel een debat te kunnen houden over specifiek de Stint-casus en de documenten gerelateerd aan de Stint. Daar is iedereen mee akkoord. Ten tweede heb ik gehoord dat de timing van het andere TNO-rapport daarop verder geen greep heeft gehad. Dat is dan wat het is; ik zeg het dan maar even in mijn woorden. Dat betekent eigenlijk dat het voorstel van de minister om vragen die eventueel nog voor dat debat beantwoord moeten worden, schriftelijk te beantwoorden, misschien een goed voorstel is. Maar ik weet niet of de minister zelf hierop nog een andere reactie wil geven.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:
Volgens mij is deze conclusie of samenvatting correct. Ik wil mevrouw Kröger dan toch nog maar even tegemoetkomen. Ik heb het net nog even nagevraagd: wanneer is het definitieve rapport nou echt binnengekomen? Dat is gistermiddag om 14.00 uur geweest. Heel veel sneller kunnen we het denk ik dan ook niet doen. Ik zat zelf in Polen. Daar zat ik in een druk programma. U zult zich kunnen voorstellen dat ik daar niet meteen alles uit mijn handen kan laten vallen. Ik was er actief voor de Global Commission on Adaptation. Die zit op een podium, dus daar kun je ook niet zomaar van af. De heer Van Aalst wel, maar ik neem toch aan dat de andere Kamerleden het ook belangrijk vinden dat ik daar mijn werk gewoon goed doe. In een vliegtuig kun je vervolgens ook niet heel veel. Bij thuiskomst ben ik er meteen aan begonnen. Uiteraard zullen we ons best doen om zo veel mogelijk vragen dan goed te beantwoorden.

De voorzitter:
Dat geeft nog wat kleur aan de samenvatting die ik probeerde te maken. Ik kijk even naar links. Om te voorkomen dat we in een procedurevergadering terechtkomen, zou ik eigenlijk willen voorstellen dat de minister haar betoog vervolgt. Gaat uw gang.

(…)

De heer Van Aalst (PVV):
Voorzitter, ik ga het kort houden. Ik ben met een aantal dingen blij en met een aantal dingen niet blij. Ik hoop de minister de komende weken nog te gaan overtuigen. Dat hebben we op andere dossiers ook een aantal keren gezien, dus hopelijk draait ze nog bij. Daar zie ik dan maar naar uit. Vooral over die apk-plicht en de Stint komen we nog volop met elkaar in gesprek. Daar wil ik het eigenlijk bij laten, voorzitter. Ik zie uit naar het VAO.

(…)

Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Over de Stint gaan we een apart debat voeren, maar ik denk dat er een hoop zorgen en vragen leven, met name over dat gat tussen 2011 en 2018.

(…)

De heer Laçin (SP):
Dank, voorzitter. Ik wil toch nogmaals benadrukken dat wij als Kamer de haast achter het TNO-onderzoek eigenlijk zelf teniet hebben gedaan door het vandaag niet te bespreken en door het waarschijnlijk tot januari uit te stellen. Dat vind ik jammer. Veel mensen wachten erop. Dat hadden we vandaag mijns inziens kunnen en moeten doen.

—————–

Selectie toezeggingen

De voorzitter:
Dank. Ik heb in ieder geval de woorden “vergevingsgezinde berm” geleerd. Dat is misschien naast “verkeersbordenjungle” een belangrijke takeaway.

Ik wil de leden serieus danken voor hun inbreng en ik wil de bewindspersonen van IenW en JenV — de minister was hier eerder — ook danken voor hun inbreng.

Ik wil nu eerst de toezeggingen benoemen.
• De minister van IenW gaat in gesprek met OCW en Veilig Verkeer Nederland en de PO-Raad over mobiliteit rondom scholen. Hierbij geldt als uitgangspunt dat kinderen zo veel mogelijk lopend naar school gaan …

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:
Of fietsend.

De voorzitter:
… of fietsend, omdat ze daarvan kunnen leren over de verkeersveiligheid. Het programma Gezonde School kan hierbij een rol krijgen. De minister informeert de Kamer hierover voor het volgende AO Verkeersveiligheid.
• De minister van IenW gaat begin 2019 een brief sturen met een tijdlijn over eventuele mogelijkheden tot het toetsen van effecten op verkeersveiligheid van een helmplicht voor snorfietsers en e-bikes en het eventueel wettelijk verankeren daarvan.
• De minister van Justitie en Veiligheid stuurt informatie naar de Kamer over overtredingen van autodealers, bijvoorbeeld het sjoemelen met kilometertellers.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:
Voorzitter, mag ik nog even terug naar het vorige punt? U zei bij die helmplicht iets over een tijdlijn. Dat wekt de suggestie van een ongelooflijke precisie, net alsof ik data kan gaan noemen. Ik wil graag de toezegging gestand doen dat ik inzicht geef in het proces, maar om daar ook al data aan te verbinden die een beetje aan een tijdlijn vasthangen … Dat kan ik niet helemaal waarmaken. Dus graag het proces en de stappen daarin. Dan kunt u daar een globale inschatting van maken, zonder dat ik daar een exact aantal maanden aan kan verbinden.

De voorzitter:
Mij is dat helder. Mevrouw Van Brenk.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):
Voorzitter, u suggereerde dat u klaar was. Maar ik heb in ieder geval de toezegging van de minister gehad dat zij met de VNG in gesprek gaat over de seniorvriendelijke weg en de problematiek rond de voetgangers die vallen. Dus dat moet in ieder geval genoteerd zijn. En net nog, heel recent, deed de minister een toezegging over de noodknop en de fabrikanten van scootmobielen.

De voorzitter:
Mij wordt ingefluisterd dat de eerste schriftelijk terugkomt. De tweede heeft u volgens mij mooi samengevat, maar voor de zekerheid en om een verschil van inzicht te voorkomen zal ik die toezegging ook oplezen.
• De minister treedt met de fabrikanten van scootmobielen in overleg over het aanbrengen van een noodknop. Daarover hoort de Kamer meer voor het AO Verkeersveiligheid.

Er is meerdere malen een VAO aangevraagd en ik zou willen voorstellen dat we dat zo snel mogelijk na het kerstreces in de boeken zetten.

Dan rest mij niets anders dan de vergadering te sluiten.