Lijst van vragen over de Stint

Uitgelicht:

34 Wat is het perspectief voor kinderdagverblijven en de buitenschoolse opvang voor het vervoer van kinderen? Is er een mogelijkheid om de Stint zo aan te passen dat deze wel veilig is zodat kinderopvangorganisaties het voertuig veilig kunnen gebruiken voor het vervoeren van kinderen?


De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat inzake de Brieven inzake de Stint d.d. 21 september en 1 oktober 2018 (29398, nrs. 612 en 613).

——–

Nr Vraag
1 Kunt u uitleggen waarom er is afgeweken van het negatieve advies van de Dienst Wegverkeer (RDW) en van de conclusie van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) dat verkeersdeelname niet zonder meer veilig zou zijn door de Stint toch toe te laten in het verkeer?
2 Kunt u uitleggen waarom de producent de Stint heeft begrensd op 17,2 kilometer per uur (km/u) terwijl de SWOV 15 km/u adviseerde?
3 Kunt u uitleggen waarom het is toegestaan dat de software van de Stint de foutmeldingen in het Chinees weergeeft?
4 Kunt u uitleggen onder welke voorwaarden u over zult gaan tot een gedwongen terugroepactie van de Stints en in hoeverre aan deze voorwaarden is voldaan?
5 Kunt u uitleggen of de toelating van alle andere innovatieve voertuigen op orde is?
6 Kunt u uitleggen waarom er geen nieuwe verkeersveiligheidstest is afgenomen toen duidelijk werd dat de producent het ontwerp van de Stint had gewijzigd?
7 Kunt u aangeven of de eigenaren van een Stint (een gedeelte van) hun aankoopbedrag terug kunnen vorderen van de fabrikant of de producent, naar aanleiding van het verbod op verkeersdeelname van de Stint?
8 Bij welke aanpassingen in een voertuig of voertuigontwerp dient opnieuw een typegoedkeuring plaats te vinden door de RDW?
9 Heeft de RDW duidelijke richtlijnen voor wanneer er een herkeuring noodzakelijk is?
10 Weten producenten van nieuwe typen voertuigen, waaronder ook Light Electric Vehicles, wat deze richtlijnen zijn? Hoe worden deze gecommuniceerd?
11 Is de Stint na de keuring in 2011 nog een keer getoetst?
12 De SWOV had geen technische bezwaren tegen de Stint, maar waarom is er geen conclusie verbonden aan de stevige kritiek dat de mogelijkheid van de keuring als ‘bromfiets’ betekent dat een zestienjarige zonder rijbewijs of enige andere toets van rijvaardigheid tot tien kinderen zou mogen vervoeren?
13 Is er nog op een andere wijze gehoor gegeven aan de kritiek van de SWOV dan slechts het aanbod van de fabrikant voor een (vrijwillige) instructie voor de gebruikers?
14 Wat zijn uw overwegingen ten aanzien van de situatie dat het vervoeren van negen kinderen in een busje met kreukelzones en airbags door een bestuurder met rijbewijs niet veilig zou zijn, maar het vervoeren van tien kinderen in een open plastic kuip door een bestuurder zonder rijbewijs wél?
15 Zijn er onderzoeken gedaan naar of is er een inventarisatie gemaakt van andere ongelukken met Stints of vergelijkbare voertuigen? Is er ook specifiek onderzoek gedaan naar ongelukken met Stints en vergelijkbare voertuigen die niet van technische aard zijn, maar te maken hebben met bijvoorbeeld de plek op de weg of de vaardigheid van de bestuurder?
16 Is er zicht op hoeveel van dit soort lichte elektrische voertuigen op dit moment in Nederland in gebruik zijn? Hoeveel hiervan zijn bedoeld en worden gebruikt voor het vervoer van mensen en hoeveel hiervan zijn er bedoeld en worden gebruikt voor het vervoer van goederen?
17 Is er contact geweest met andere (Europese) landen met betrekking tot hun ervaringen met dit soort voertuigen?
18 Als een goedgekeurd model evolueert bijvoorbeeld doordat een zwaardere motor wordt ingevoegd zoals bij de Stint, is er dan altijd een nieuwe keuring nodig? Waar liggen de grenzen van de vrijheid van fabrikanten om een model aan te passen gedurende het gebruik in het verkeer voordat een nieuwe keuring nodig is?
19 De aanvraag voor de Stint was voor een ’tijdelijke’ toelating tot bijzondere bromfiets; wat is in dit geval ‘tijdelijk’?
20 Waardoor is bij de test door de RDW niet opgevallen dat het voertuig op hol kan slaan als de 0-draad los raakt? Heeft de RDW de elektrische en elektronische werking getest?
21 Hoe beoordeelt de RDW of een remsysteem of een systeem voor snelheidsregeling ‘doeltreffend’ dan wel ‘goedwerkend’ is? Wordt hierbij ook gekeken wat er gebeurt als er iets niet goed werkt, bijvoorbeeld door slijtage of fabricagefouten?
22 Is het waar dat een bijzondere bromfiets, zoals de Stint, die bedoeld is voor het personenvervoer, moet voldoen aan dezelfde eisen als een bijzondere bromfiets voor het vervoer van goederen?
23 Hoe verhoudt de Stint zich tot de regels voor Europese typegoedkeuring van lichte elektrische voertuigen?
24 Was het bij de keuring in 2011 bekend dat het losraken van een draad kan leiden tot het op hol slaan van het voertuig? Is destijds in detail gekeken naar de elektronische sturing van de motor?
25 Waarom worden dit soort voertuigen niet uitgerust met een dodemansknop (een schakelaar die wordt toegepast bij machines en toestellen waar de aanwezigheid en aandacht van de bediener essentieel is voor de veiligheid), zoals bijvoorbeeld buitenboordmotoren?
26 Wat houdt schorsing van het besluit tot aanwijzing van de Stint als bijzondere bromfiets precies in?
27 Wat is het verschil tussen schorsing en intrekken van het besluit?
28 Waarom is er gekozen voor een schorsing?
29 Wat zijn de verschillen tussen de Stints die tot 1 oktober 2018 rondreden en het in 2011 door de RDW en de SWOV gekeurde exemplaar? Was u of de RDW op de hoogte van de aanpassingen in het voertuig?
30 Hoe is het geldende beleidskader voor de goedkeuring van bijzondere bromfietsen tot stand gekomen in 2008? Waarom is er gekozen voor de toetsen door de RDW en de SWOV zoals die gedaan worden? Zijn deze sinds de invoering nog gewijzigd?
31 Hoe wordt er toezicht gehouden op de veiligheid van bijzondere bromfietsen en elektrische bakfietsen?
32 Bestaat er een periodieke controle of steekproef om bijzondere bromfietsen te controleren? Zo nee, waarom niet? Geldt, na initiële goedkeuring, de toelating tot het verkeer voor onbepaalde tijd? Hoe verhoudt zich dat tot veranderende omstandigheden in het verkeer, technische inzichten en ontwikkelingen?
33 Hoe lang gaat de schorsing duren? Wat is de procedure om tot een definitief besluit te komen? Door welke instanties laat u zich informeren?
34 Wat is het perspectief voor kinderdagverblijven en de buitenschoolse opvang voor het vervoer van kinderen? Is er een mogelijkheid om de Stint zo aan te passen dat deze wel veilig is zodat kinderopvangorganisaties het voertuig veilig kunnen gebruiken voor het vervoeren van kinderen?
35 Zijn de risico’s die de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft gesignaleerd, waardoor Stints (in ieder geval tijdelijk) van de weg zijn gehaald, ook relevant voor andere voertuigen, zoals bijvoorbeeld elektrische bakfietsen of de Segway waarmee de Stint te vergelijken is.
36 Welke voertuigen vallen in de categorie bijzondere brommer? Vallen elektrische (bak)fietsen hierin? Zo nee, wat zijn de eisen voor elektrische (bak)fietsen?
37 Hoe zit het met toelatingseisen van andere voertuigen, zoals de elektrische (bak)fiets?
38 Gelden er bijzondere (veiligheids)eisen of procedures bij het vervoer van kinderen op bijzondere brommers of elektrische (bak)fietsen? Zijn er nog verschillen in persoonlijk of beroepsmatig gebruik? Is daarop toezicht en zo ja: hoe en door welke instantie?
39 Welke onderzoeken worden er gedaan en door welke instanties?
40 Welke wetgeving wordt er bij de (lopende) onderzoeken naar het ongeluk met de Stint betrokken?
41 Welke norm(en) is of zijn toegepast om de Stint te keuren of om de veiligheid ervan te garanderen?
42 Is of zijn deze norm(en) geschikt om de Stint, gelet op het gebruik ervan, afdoende om de veiligheid ervan te garanderen?
43 Kunt u aangeven waarom iemand zonder rijbewijs tot maximaal tien kinderen mag vervoeren met een Stint?
44 Kan de conformiteitsverklaring voor de Stint worden vrijgegeven?
45 Kan het constructiedossier van de Stint worden vrijgegeven?
46 Waarom is voor de bediening van de Stint geen apart certificaat ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld voor de bediening van de heftruck? Waarom is in plaats daarvan slechts een cursus beschikbaar van een commerciële fabrikant wiens insteek vooral is om zijn product te verkopen?
47 Welke risicoafweging is er gemaakt om mensen vanaf 16 jaar toe te staan de Stint te bedienen op de openbare weg?
48 Kunnen nieuwe voertuigen, in afwachting van de adviezen of onderzoeken van de RDW en de SWOV, over mogelijke aanpassingen van de huidige toelatingsprocedure, nog worden aangemeld en ook goedgekeurd als bijzondere brommer?
49 Hoe verhoudt zich het toestaan van het gebruik van de Stint voor het vervoer van tien kinderen door een 16-jarige tot de eisen voor een rijbewijs voor een voertuig waarmee acht personen vervoerd mogen worden?
50 Op welke wijze is de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) betrokken geweest bij de toelating van de Stint op de openbare weg?
51 Zijn er afspraken rondom intrinsieke veiligheid van (elektrische) voertuigen, en zo ja wat zijn deze en voldoet de Stint daaraan?
52 Had u voldoende instrumenten om de Stint per direct van de weg te kunnen halen? Zo ja, waarom is dat niet gebeurd? Zo nee, wat ontbrak er in het instrumentarium?
53 Welke onderbouwing is er gebruikt om de waarschuwingen van verschillende instanties over de toelating van de Stint op de openbare weg te negeren?
54 Is de overheid voldoende in staat om innovatieve vormen van transport adequaat te controleren en te toetsen op veiligheid?
55 Welke nieuwe vormen van (elektrische) mobiliteit zijn de afgelopen jaren toegelaten op de openbare weg en in hoeverre kan de veiligheid daarvan gegarandeerd worden?
56 Wat is precies de procedure voor dergelijke voertuigen om toegang tot de openbare weg te krijgen? Wat is de procedure om deze toegang te behouden?
57 Welk inzicht levert de schorsing van het besluit ten aanzien van de Stint op voor de goedkeuringsprocedure van nieuwe voertuigen?
58 Is er een Europese norm met betrekking tot productveiligheidseisen voor dergelijke Light Electric Vehicles?
59 Heeft de fabrikant de wijziging naar een krachtigere elektromotor gemeld bij de RDW? Op welke wijze is het bekend gemaakt bij de producent dat dit noodzakelijk was?
60 Onder welke omstandigheden is een herkeuring van de RDW nodig of verplicht bij aanpassing van een voertuig?
61 Welk perspectief is er voor de ondernemer om na de schorsing weer toegang te krijgen tot de openbare weg met zijn product de Stint? Op welke termijn kan hierover duidelijkheid worden gegeven?
62 In hoeverre overschreed de Stint de toegestane breedte? In hoeverre is dat gedeeld met de producent?
63 Is het eerder voorgevallen dat de breedte van een voertuig heeft geleid tot het niet toelaten van het voertuig in het verkeer?
64 Is er, na het incident met een Stint waarbij er een proces-verbaal is opgemaakt door de politie Amsterdam, contact geweest tussen u of uw ministerie en de politie?
65 In hoeverre is een compensatieregeling voor ondernemers bij dergelijke besluiten een optie?
66 Is een besluit om tot een schorsing over te gaan eerder genomen door u of uw voorgangers?