FNV eist 5% loonsverhoging en aanpak hoge werkdruk voor 1 miljoen medewerkers in zorg en welzijn

Uitgelicht:

– selectie kinderopvang uit de FNV Zorg & Welzijnsbarometer

MEDEWERKERS IN DE KINDEROPVANG
– Hebben het meeste van alle branches een contract van 12-23 uur of 24-31 uur (31&; 42%) en zouden het liefst van alle branches meer uren willen werken (15%).
– Geven een iets hogere werkdruk en fysieke belasting aan dan gemiddeld (81% (veel te) hoog; 57% (veel te) hoog).
– Vinden vaker dan gemiddeld dat de administratieve taken zijn toegenomen (82%).
– Voelen zich het meest van alle branches altijd veilig op hun werk (58%).
– Weten het vaakst van alle branches pas 1-6 dagen van tevoren wat hun rooster is (30%).
– Geven vaker dan gemiddeld (bijna) altijd met genoeg collega’s te staan ingeroosterd (54%).
– Vinden de kinderen vaker dan gemiddeld een reden om in de sector te blijven werken (79%).
– Zijn tevredener met hun salaris dan gemiddeld (49% een beetje tot (zeer) tevreden).


De helft van de werknemers in de sector zorg & welzijn geeft aan een paar keer per maand tot vrijwel dagelijks met te weinig collega’s ingeroosterd te staan. Daarnaast zegt bijna driekwart er de afgelopen jaren meer administratieve taken bij te hebben gekregen. Ook vindt 42% dat de kwaliteit van de zorg in vergelijking met voorgaande jaren is verslechterd. Dit blijkt uit de FNV Zorg & Welzijnsbarometer onder 13.084 werknemers in de sector, uitgevoerd door onderzoeksbureau Totta.

Voor ruim 1 miljoen zorgwerkers verloopt dit jaar de cao. Om de huidige medewerkers te behouden en om de broodnodige nieuwe medewerkers aan te trekken in een sector waar 130.000 vacatures open staan, is nú het moment om goede afspraken te maken over hun arbeidsvoorwaarden- en omstandigheden. De FNV zet daarom vooral in op de drie meest genoemde redenen van werknemers om de sector eventueel te verlaten: aanpak van de hoge werkdruk, een salarisverhoging van 5% en afspraken over een goede werk/privébalans.

Betere arbeidsvoorwaarden voor ruim 1 miljoen zorgwerkers
In de hele sector zorg & welzijn zijn ruim 1.4 miljoen werknemers actief. Voor ruim 1 miljoen van hen vinden nu of binnenkort de onderhandelingen plaats voor een nieuwe cao 2019/2020. Dit betreft de mensen die werkzaam zijn in de ambulancezorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, jeugdzorg, kinderopvang, kraamzorg, sociaal werk, verpleeg- en verzorgingshuizen & thuiszorg en ziekenhuizen.

Roosters niet rond krijgen
De helft van de medewerkers geeft aan een paar keer maand tot vrijwel dagelijks met te weinig collega’s ingeroosterd te staan. Van de ambulancemedewerkers zegt zelfs een kwart (23%) dat dit de dagelijkse praktijk is. Van alle branches zegt 47% eens tot vaak extra uren te moeten werken. In de huisartsenzorg (73%) en Universitair Medische Centra (62%) gebeurt dit het meest. De helft van alle medewerkers is een beetje tot zeer tevreden over de roostering. In de kraamzorg (22%), gehandicaptenzorg (13%) en jeugdzorg (13%) zijn werknemers echter vaker ontevreden over de roosters waarmee ze werken.

Zorg versus administratie
Gemiddeld spenderen de medewerkers 60% van hun tijd daadwerkelijk aan zorg of hulpverlening aan patiënten en cliënten. De overige 40% gaat op aan administratie en overige taken, zoals roostering en planningstaken. Bij werknemers in de ziekenhuizen en jeugdzorg is de verhouding zelfs 50% -50%. Als toelichting geven medewerkers aan dat ze steeds meer op papier moeten verantwoorden, het aantal formulieren is toegenomen en dat ze het papierwerk ook nog eens digitaal moeten invoeren.

Werkdruk is voornaamste reden om sector te verlaten
Met te weinig collega’s staan en meer administratieve taken erbij krijgen, zorgt automatisch voor een hogere werkdruk. 75% van de hele sector ervaart de werkdruk dan ook als hoog tot (veel) te hoog en geeft dit ook aan als voornaamste reden om een baan buiten de sector te zoeken. De jeugdzorg (84%), kraamzorg (82%) en kinderopvang (81%) ervaren de werkdruk vooral als veel te hoog. Daarentegen worden de patiënten/ cliënten/ kinderen als voornaamste reden genoemd (67%) om juist in de zorg & welzijn te blijven werken, gevolgd door hun collega’s (46%) en het feit dat ze dichtbij huis kunnen werken (32%).

——————–

Selectie kinderopvang uit de FNV Zorg & Welzijnsbarometer

DE HELFT VAN DE MEDEWERKERS IS TEVREDEN OVER HUN ROOSTERING
Van meer dan twee derde (67%) is het rooster 3 of meer weken van tevoren bekend, terwijl dit bij 16% continu wisselt. Dit hoogste percentage kunnen we wellicht verklaren met de grote groep medewerkers met een vast contract. Daar heeft namelijk 70% zijn of haar rooster 3 of meer weken van tevoren. Voor de andere contractvormen zit dit percentage tussen de 23% en 55%. Mensen die in de kinderopvang werken, geven vaker aan pas kort van tevoren hun rooster te weten. Drie op de tien hoort dit 1 tot 6 dagen van tevoren, en bijna vier op de tien (38%) 7 tot 13 dagen van tevoren.

(…)

AANTAL GEWERKTE UREN WIJKT VAAK AF VAN CONTRACT, DIT ZIJN VOORAL OVERUREN
Vooral in de kraamzorg (32%) en gehandicaptenzorg (20%) komt het aantal uren in het rooster zeer vaak niet overeen met de daadwerkelijk gewerkte uren. Medewerkers in UMC’s geven het meest van alle branches aan overuren te draaien (59%). In de kinderopvang geeft men juist het meest van alle branches aan minder uren te draaien (7%).

(…)

PATIËNTEN BELANGRIJKSTE REDEN OM IN DE SECTOR TE BLIJVEN WERKEN
Patiënten worden vaker genoemd door medewerkers in de gehandicaptenzorg (80%), de kinderopvang (79%) en de VVT (72%).

(…)

MEERDERHEID VOELT ZICH VEILIG OP HET WERK
Medewerkers in de kinderopvang voelen zich het veiligste, meer dan de helft (58%) voelt zich altijd zo.

(…)

ACHT OP DE TIEN TEVREDEN MET CONTRACTUREN
De meeste mensen hebben een contract van 32 uur of meer (39%) of 24-31 uur (36%). Er zijn relatief veel mensen met een contract van 32 uur of meer in de branches ambulancezorg (79%), jeugdzorg (63%) en UMC’s (69%). Daarentegen zijn er relatief weinig mensen met dit contract in de branches kinderopvang (21%), kraamzorg (10%) en wijkverpleging/ wijkzorg (23%).

(…)

MEDEWERKERS IN DE KINDEROPVANG
– Hebben het meeste van alle branches een contract van 12-23 uur of 24-31 uur (31&; 42%) en zouden het liefst van alle branches meer uren willen werken (15%).
– Geven een iets hogere werkdruk en fysieke belasting aan dan gemiddeld (81% (veel te) hoog; 57% (veel te) hoog).
– Vinden vaker dan gemiddeld dat de administratieve taken zijn toegenomen (82%).
– Voelen zich het meest van alle branches altijd veilig op hun werk (58%).
– Weten het vaakst van alle branches pas 1-6 dagen van tevoren wat hun rooster is (30%).
– Geven vaker dan gemiddeld (bijna) altijd met genoeg collega’s te staan ingeroosterd (54%).
– Vinden de kinderen vaker dan gemiddeld een reden om in de sector te blijven werken (79%).
– Zijn tevredener met hun salaris dan gemiddeld (49% een beetje tot (zeer) tevreden).

(…)

Steekproef
Branche – Kinderopvang
n – 876
% – 7%