Kamerbrief inzake advies ‘Mét andere ogen’ van de coalitie Onderwijs, Zorg en Jeugd

Uitgelicht:

Selectie kinderopvang uit het rapport


Deze week ontvingen wij het advies ‘Mét andere ogen’ van de coalitie Onderwijs, Zorg en Jeugd. Het advies is opgesteld door René Peeters, de kwartiermaker van de coalitie. Het rapport en de aanbiedingsbrief van de coalitie Onderwijs, Zorg, Jeugd vindt u in de bijlage.

In onze recente brief over onderwijs en zorg hebben wij dit koersbepalend advies over hoe de samenwerking tussen onderwijs, zorg en jeugdhulp op lokaal en regionaal niveau kan worden verbeterd aangekondigd.

Wij zijn blij dat de coalitie Onderwijs, Zorg en Jeugd de aanbevelingen van de heer Peeters omarmt en er direct mee aan de slag gaat.
Zoals aangekondigd in onze brief over onderwijs en zorg zullen wij uw Kamer in het voorjaar van 2019 informeren over wat het advies van de heer Peeters en de concrete aanpak van de deelnemers in de coalitie Onderwijs, Zorg, Jeugd gaat opleveren.

————————————————————

Selectie kinderopvang uit het rapport

Onze adviezen
Om de aansluiting onderwijs en (jeugd)zorg te verbeteren en te versnellen geven wij de volgende adviezen mee. Deze worden verder in het rapport nader onderbouwd en toegelicht.
(…)
4. Brede lokale afspraken over jeugd onder regie gemeente. Elke gemeente zou met de betrokken partijen moeten komen tot een gezamenlijk gedragen visie over de jeugd, vertaald naar heldere afspraken en resultaten. Deze basisafspraken fungeren vervolgens als “grondwet” voor alle afspraken die gemaakt worden. Uit de gespreksronde blijkt dat men de gemeente de aangewezen partij vindt om de verbindende regisseur (niet hiërarchisch) hierin te zijn. Dit vraagt grote aandacht voor de kwaliteit van de regie van gemeenten. Belangrijke partijen die vaak onderbelicht blijven, zijn kinderopvang, mbo, jongerenwerk, zorgverzekeraars en zorgkantoren.

(…)

2.2.4 Kinderopvang
Als men zich ten doel stelt om het hulp en/of onderwijsaanbod aan te laten sluiten op de individuele behoeften van kinderen, is volgens veel van de gesprekspartners de kinderopvang, als vindplaats voor het jonge kind, een belangrijke partij die niet vergeten mag worden. 796.000 kinderen 21 maken gebruik van de kinderopvang. De instellingen spelen een grote rol in de ontwikkeling van kinderen, in de voorbereiding op school en in het voorkomen van achterstanden. Het is vaak de plek waar voor het eerst signalen worden opgevangen als er extra behoeften zijn. De kinderopvang is dus een belangrijke partner voor preventie en vroegsignalering. Ook hebben pedagogisch medewerkers een natuurlijke rol bij lichte opvoedingsondersteuning en hebben zij vaak een vertrouwensband met ouders. Ook de buitenschoolse opvang (bso), en de voorschoolse educatie valt onder kinderopvang.

In toenemende mate wordt er samenwerking gezocht tussen kinderopvang, het basisonderwijs en jeugdhulp, bijvoorbeeld in de vorm van een Integrale Kindcentra (IKC). In een IKC wordt aan kinderen een geïntegreerd aanbod aangeboden, om een doorgaande ontwikkellijn te creëren. Volgens velen dé ideale manier om een veelzijdige ondersteuning en talentontwikkeling dichtbij het kind te organiseren. Ook de samenwerking met jeugdhulp krijgt steeds meer vorm. Er zijn instellingen die doen aan “passende kinderopvang” en er wordt op veel plekken gewerkt aan inclusieve voorzieningen. De toenemende integratie van kinderopvang, onderwijs en preventieve zorg op de werkvloer leidt volgens de gesprekspartners tot andere vragen aan professionals en daarmee aan opleiders. Men benadrukt dat medewerkers uit de kinderopvang bijvoorbeeld niet altijd zijn opgeleid om te werken met kinderen met speciale ontwikkelbehoefte. Jeugdhulpverleners moeten de medewerkers uit de kinderopvang ondersteunen en ontlasten waar nodig. Voor de kinderopvang is de JGZ vaak de meest natuurlijke zorgpartner. Daarnaast is het volgens een aantal gesprekspartners van belang dat Pabo’s meer aandacht besteden (zowel in de initiële opleidingen als bij nascholing) aan de competenties die nodig zijn om als professional te werken in andere onderwijssystemen dan de traditionele. 22

In het buitenland, bijvoorbeeld in Denemarken, wordt kinderopvang gezien als universele voorziening, die net als de school onder de gemeente valt en die toegankelijk moet zijn voor alle kinderen. Ook worden in zowel Finland als Denemarken de kinderopvang, de jeugdgezondheidzorg en de scholen beschouwd als preventieve voorzieningen. 23 In Nederland wordt er op heel veel plaatsen goede vooruitgang geboekt in de samenwerking tussen onderwijs, kinderopvang en jeugdhulp, maar zitten wet- en regelgeving volledige integratie in de weg.

Het belang van een geïntegreerd aanbod is recent ook onderschreven door de Taskforce samenwerking onderwijs en kinderopvang en de SER 24 . De Taskforce richt twee van haar adviezen (advies 12 en 13) op het mogelijk maken van een volledige integratie van kindvoorzieningen. 25