OCW | Kamerbrief inzake Ontwerp jaarwerkplan 2019 van de Inspectie van het Onderwijs

Uitgelicht:

– Selectie kinderopvang uit het Ontwerp jaarwerkplanO.a.:”In 2019 brengen we het jaarlijkse landelijk rapport toezicht en handhaving kinderopvang uit. De minister van SZW zendt dit rapport aan de Kamer, vergezeld van de voorgenomen acties op basis van de bevindingen en conclusies van de inspectie.”


Hierbij zend ik u, mede namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, het ontwerp van het jaarwerkplan 2019 van de Inspectie van het Onderwijs. Deze toezending geschiedt in het kader van de procedure, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wet op het onderwijstoezicht.

Op grond van artikel 7, tweede lid, van de Wet op het onderwijstoezicht kan het jaarwerkplan niet eerder door mij worden goedgekeurd, dan vier weken nadat het ontwerp van het jaarwerkplan aan de Staten-Generaal is overgelegd.

Eenzelfde brief heb ik heden gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

——————————————————–

Selectie kinderopvang:

De Staat van het Onderwijs en andere jaarlijkse rapportages

Staat van het onderwijs
In april 2019 zullen we rapporteren over de staat van het onderwijs aan de minister van OCW en de minister voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs en media. De beide ministers bieden het verslag vervolgens namens de regering aan de Staten-Generaal aan. De Staat van het Onderwijs behandelt de kwaliteit van het Nederlandse onderwijsstelsel en de manier waarop met name de instellingen daaraan bijdragen. Waar mogelijk en zinvol vergelijken we onze bevindingen met die van andere landen en plaatsen we onze bevindingen in een meerjarige context.

Andere jaarlijkse rapportages
Behalve over de staat van het onderwijs, zullen we in 2019 rapporteren over de financiële staat van het onderwijs en over de wijze waarop gemeenten hun wettelijke taken op het gebied van kinderopvang uitvoeren. Dat doen we in de Financiële staat van het onderwijs resp. het Landelijk rapport kinderopvang.

(…)

Pilots Voor- en vroegschoolse educatie / Kinderopvang
Bij een aantal gemeentes onderzoeken we hoe de verschillende stakeholders sturen op de kwaliteit van de voorschoolse educatie en de kinderopvang.. Dit doen we in de vorm van pilots. Voor de zomer (2018) hebben we hier drie gemeentes bij betrokken, na de zomer betrekken we hier dertien gemeentes bij. Onderdeel van de aanpak zijn bezoeken aan gemeentes en locaties, en deskundigheidsbevordering bij GGD-inspecteurs. Voorjaar 2019 volgt rapportage en vindt overleg plaats met de ministeries van OCW en SZW over de mogelijkheden die deze aanpak biedt voor de toekomstige inrichting van het toezicht. Daarbij worden ook de VNG en GGD GHOR betrokken.

Nulmeting kwaliteit van locaties voor voorschoolse educatie
We gaan in de tweede helft van 2019 een nulmeting uitvoeren van de kwaliteit van voorschoolse locaties. We zullen ongeveer 250 bezoeken doen om tot een representatief beeld te komen. Daarnaast willen we een beeld geven van de aansluiting tussen de voor- en vroegschoolse educatie op basis van onderzoek bij circa 75 vroegscholen.

(…)

Lokale Educatieve Agenda van gemeenten en schoolbesturen
We gaan onderzoeken in hoeverre gemeenten en schoolbesturen de doelen, die in de Lokale Educatieve Agenda (LEA) zijn afgesproken, behalen, In de LEA maken gemeenten en schoolbesturen en ook kinderopvangorganisaties afspraken over het voorkómen van segregatie, het bevorderen van integratie en het bestrijden van onderwijsachterstanden. Basis voor ons onderzoek is een vragenlijst die we uitzetten onder gemeenten. Deze vragenlijst combineren we met de vragenlijst over voor- en vroegschoolse educatie. Op basis van de uitkomsten zullen we enkele (goede) voorbeelden uitwerken. We rapporteren hierover in de tweede helft van 2019.

(…)

Specifieke onderdelen van het instellingstoezicht
In deze paragraaf gaan we in op een aantal specifieke onderdelen van het instellingstoezicht.

Vroegscholen en voorscholen
We houden signaalgestuurd toezicht op de kwaliteit van de educatie op vroegscholen (groep 1 en 2 van de basisscholen) en voorscholen (kinderopvang). Voor- en vroegschoolse educatie (vve) is bedoeld voor peuters en kleuters met een (taal)achterstand.

(…)

2.5.2 Primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Lokale Educatieve Agenda van gemeenten en schoolbesturen
We gaan onderzoeken in hoeverre gemeenten en schoolbesturen de doelen, die in de Lokale Educatieve Agenda (LEA) zijn afgesproken, behalen, In de LEA maken gemeenten en schoolbesturen en ook kinderopvangorganisaties afspraken over het voorkómen van segregatie, het bevorderen van integratie en het bestrijden van onderwijsachterstanden. Basis voor ons onderzoek is een vragenlijst die we uitzetten onder gemeenten. Deze vragenlijst combineren we met de vragenlijst over voor- en vroegschoolse educatie. Op basis van de uitkomsten zullen we enkele (goede) voorbeelden uitwerken. We rapporteren hierover in de tweede helft van 2019.

(…)

3.4.1 Vroegscholen en voorscholen
We houden signaalgestuurd toezicht op de kwaliteit van de educatie op vroegscholen (groep 1 en 2 van de basisscholen) en voorscholen (kinderopvang). Voor- en vroegschoolse educatie (vve) is bedoeld voor peuters en kleuters met een (taal)achterstand.

(…)

3.5 Rapporteren over het instellingstoezicht
We sluiten elk onderzoek af met een openbaar rapport. In onze rapporten over het vierjaarlijks onderzoek bij besturen nemen we ook de beoordeling en waarderingen van de onderzochte scholen en opleidingen op. We willen aandacht geven aan de balans tussen wat goed gaat en wat beter moet of kan, zodat een evenwichtig beeld ontstaat van de sturing op kwaliteit door het bestuur en de kwaliteit van de scholen en opleidingen die onder het bestuur vallen.

We rapporteren over scholen en opleidingen waarbij we in de risicoanalyse die we jaarlijks doen, risico’s hebben geconstateerd en waar we onderzoek naar kwaliteitsverbetering doen. Ook rapporteren we over scholen waarbij we op verzoek van bestuur of schoolleider onderzoeken of ze de waardering ‘goed’ verdienen.

Pagina 24 van 33 We publiceren op onze website overzichten van besturen met aangepast financieel toezicht, zeer zwakke scholen in het funderend onderwijs en mbo-opleidingen met onvoldoende onderwijs- of examenkwaliteit. Zeer zwakke scholen en afdelingen zijn verplicht de publieksvriendelijke samenvatting van ons instellingsrapport toe te sturen aan ouders van leerlingen. Ook deze publiceren wij op onze website.

Op onze website staat verder een lijst met de beoordeling van het toezicht op de kinderopvang door gemeenten. Ook alle rapporten over het toezicht van gemeenten op vroeg- en voorschoolse educatie (vve) zijn op de website te vinden.

3.6 Toezicht op kwaliteitsborging door andere partijen

3.6.1 Algemene typering
In enkele specifieke gevallen houden we tweedelijnstoezicht of interbestuurlijk toezicht op het toezicht dat andere partijen uitoefenen. We onderzoeken dan of de mechanismen voor de kwaliteitsborging van voldoende kwaliteit zijn. Het gaat hier om het toezicht van gemeenten op kinderopvang en het financiële toezicht door de instellingsaccountants. Op deze twee toezichttaken gaan we in de paragrafen 3.6.2 en 3.6.3 kort in.

3.6.2 Toezicht op kinderopvang
De kinderopvang locaties staan onder toezicht van gemeenten. De GGD’en voeren de inspecties uit. Wanneer niet aan de kwaliteitseisen wordt voldaan en de GGD een handhavingsadvies geeft, moet de gemeente hierop handhaven. Wij voeren in opdracht van de minister van SZW interbestuurlijk toezicht uit op de uitvoering van de gemeentelijke (toezicht)taken. Dit doen we risicogericht. Alle gemeenten moeten een jaarverslag inzenden, dat de basis vormt voor het toezicht. We kunnen ook incidentele onderzoeken bij gemeenten uitvoeren. Dat doen we op grond van signalen en andere (toezicht)informatie. Met ons toezicht willen we gemeenten stimuleren de kwaliteit van de uitvoering te blijven verbeteren.

Als een gemeente haar taken op het gebied van toezicht en handhaving onvoldoende uitvoert, wordt een verbetertraject gestart. De oordelen over het gemeentelijk presteren geven we weer in statussen (A, B, of C). Zowel deze statussen als onze onderzoeksrapporten publiceren we op onze website. We rapporteren over onze bevindingen en onderzoeken aan de minister van SZW.

In 2019 brengen we het jaarlijkse landelijk rapport toezicht en handhaving kinderopvang uit. De minister van SZW zendt dit rapport aan de Kamer, vergezeld van de voorgenomen acties op basis van de bevindingen en conclusies van de inspectie.

(…)

5 Wat zijn de overige taken van de inspectie?

5.1 Vertrouwensinspecteur
Ouders, leerlingen, docenten, directies en besturen kunnen onze vertrouwensinspecteurs raadplegen, wanneer zich in of rond de school (ernstige) problemen voordoen op het gebied van seksuele intimidatie en seksueel misbruik, fysiek en psychisch geweld of discriminatie en radicalisering. De vertrouwensinspecteurs zijn bereikbaar via een speciaal meldpunt. Het werk van de vertrouwensinspecteur richt zich behalve op het onderwijs ook op de kinderopvang.

Onze vertrouwensinspecteurs luisteren, informeren en adviseren. Meldingen worden geregistreerd in een vertrouwelijk dossier. Bij een vermoeden van seksueel misbruik (zedenmisdrijf) geldt in een aantal gevallen een meld-, overleg- en aangifteplicht. Zo nodig kan de vertrouwensinspecteur adviseren over het aangiftetraject of indiening van een formele klacht. De vertrouwensinspecteur doet niet zelf aangifte.

De vertrouwenszaken die de vertrouwensinspecteurs behandelen, hebben een belangrijke signaalfunctie. De vertrouwensinspecteurs hebben daarom mede de taak om de ernst en omvang van de meldingen te analyseren en op basis daarvan – in eerste instantie intern – maatschappelijke thema’s te agenderen.