Ombudsman: uitspraak Raad van State moet reden zijn voor Toeslagen om gezinnen met problemen door stopgezette kinderopvangtoeslag alsnog tegemoet te komen

Uitgelicht:

‘De ombudsman heeft de staatssecretaris gevraagd om binnen twee weken schriftelijk te reageren.’

De brief aan de staatssecretaris, de uitspraak van de Raad van State en het rapport uit 2017 zijn toegevoegd als bijlagen.


De Nationale ombudsman, Reinier van Zutphen, heeft staatssecretaris Snel van Financiën gevraagd om de 235 gezinnen bij wie de kinderopvangtoeslag per september 2014 zonder deugdelijk onderzoek is stopgezet alsnog een behoorlijke oplossing te bieden. Aanleiding voor het verzoek is een recente uitspraak van de Raad van State. De ombudsman deed de staatssecretaris in zijn rapport Geen powerplay maar fair play (2017) ook al de aanbeveling om de gezinnen tegemoet te komen.

De Raad van State deed eind april uitspraak in een zaak van één van de 235 getroffen gezinnen. Het gezin was in beroep gegaan tegen onder meer de beslissing van Toeslagen om de kinderopvangtoeslag over heel 2014 terug te vorderen. Volgens Toeslagen had het gezin dat jaar geen recht op kinderopvangtoeslag omdat niet alle opvangkosten voor 2014 waren betaald.

Wel recht op toeslag
De Raad van State ziet dat anders. Want doordat de toeslag plotseling was stopgezet, kwam het gezin in geldnood en kon het de opvang voor september tot en met december niet meer betalen. De Raad van State gaat er daarom vanuit dat het gezin de opvangkosten over die maanden gewoon zou hebben betaald als de toeslag niet was stopgezet en daarom wel degelijk recht had op deze toeslag. Toeslagen had de kinderopvangtoeslag over 2014 dan ook niet mogen terugvorderen, oordeelde de Raad, en moet het nog niet uitbetaalde deel alsnog aan het gezin uitbetalen.

Vergelijkbare situatie bij andere gezinnen
Bij veel van de 235 gezinnen uit het rapport Geen powerplay maar fair play zijn de aanvragen kinderopvangtoeslag 2014 ook deels of geheel afgewezen omdat de opvang niet voor het hele jaar betaald was. Door de uitspraak van de Raad van State is nu komen vast te staan dat deze afwijzingsgrond van Toeslagen geen recht deed aan de omstandigheden van de ouders.

Voor de Nationale ombudsman is dit reden om de staatssecretaris in een brief te vragen om de uitspraak van de Raad van State toe te passen op alle vergelijkbare dossiers. Reinier van Zutphen: ‘In mijn rapport heb ik de staatssecretaris al de aanbeveling gedaan om de gedupeerde gezinnen tegemoet te komen. In de uitspraak van de Raad van State zie ik aanleiding om de staatssecretaris opnieuw te vragen om een behoorlijke oplossing te bieden voor de problemen waarin zij door toedoen van Toeslagen ongewild en zonder schuld in terecht zijn gekomen.’

De ombudsman heeft de staatssecretaris gevraagd om binnen twee weken schriftelijk te reageren.

Wat vooraf ging
In 2014 zette de Belastingdienst/Toeslagen de kinderopvangtoeslag stop bij 235 gezinnen, omdat er sprake was van ‘mogelijk misbruik’. Dit zonder dat de dossiers goed waren onderzocht en zonder oog voor de ernstige gevolgen voor een grote groep bonafide ouders, concludeerde de ombudsman in zijn rapport Geen powerplay maar fair play.

De staatssecretaris van Financiën zegde de ombudsman toe om de aanbevelingen uit het rapport op te volgen. Ook maakte hij in een brief aan de Tweede Kamer zijn excuses aan de Kamer en de betrokken ouders voor de werkwijze van de Belastingdienst/Toeslagen bij het stopzetten van de kinderopvangtoeslag in 2014.