Septembercirculaires gemeentefonds en provinciefonds 2018

Uitgelicht:

– selectie kinderopvang en gastouderopvang uit septembercirculaire


Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Financiën, de septembercirculaires gemeentefonds en provinciefonds 2018 ter informatie . De circulaires zijn op www.rijksoverheid.nlgeplaatst en informeren gemeenten en provincies over de uitkeringen 2018 en verder.

De circulaires hebben geen bindende werking, maar beogen de decentrale overheden tijdig van de meest actuele informatie te voorzien.

In het algemeen geldt voor de informatie uit de circulaires het voorbehoud van parlementaire besluitvorming. Dat geldt dit jaar uiteraard ook.

————————–

Selectie kinderopvang uit septembercirculaire

8. Toezicht en handhaving kinderopvang en gastouderopvang

Het Ministerie van SZW en de VNG hebben afgesproken dat vanaf 2019 vanuit de decentralisatie-uitkering Voorschoolse voorziening peuters € 10 miljoen beschikbaar wordt gesteld voor de toezicht en handhaving op kinderopvang en gastouderopvang. De komende tijd kijkt het ministerie samen met de VNG en de GGD GHOR hoe de middelen voor de gastouderopvang doelmatig besteed kunnen worden. Zie voor meer informatie paragraaf 4.2.5.

9. Toezicht en handhaving kwaliteit peuterspeelzalen

Vanwege de extra kosten die samenhangen met de uitbreiding van de taak van de GGD door de aanpassing van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie worden extra
middelen aan het gemeentefonds toegevoegd. Ten gevolge van deze aanpassing zal de GGD onder meer moeten toezien op de uitvoering van voorschoolse educatie op de locatie. Dit betekent dat de middelen zijn gericht op extra toezicht en handhaving.

(…)

5. Voorschoolse voorziening peuters

Het Ministerie van SZW en de VNG hebben in 2016 bestuurlijke afspraken gemaakt (“een aanbod voor alle peuters”) met als doel om alle peuters de mogelijkheid te geven om naar een
voorschoolse voorziening te gaan. Om gemeenten hiertoe in staat te stellen, heeft het Rijk vanaf 2016 via een decentralisatie-uitkering aan gemeenten een budget beschikbaar gesteld dat oploopt tot structureel € 60 miljoen in 2021. Dit bedrag is gebaseerd op de aanname dat er ongeveer 40.000 peuters zijn die niet bereikt worden door gemeenten en die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en/of voorschoolse educatie. In de bestuurlijke afspraken is verder afgesproken dat SZW en de VNG een monitor opzetten om onder meer de ontwikkeling te volgen
van het aantal peuters dat naar een voorschoolse voorziening gaat.

Uit de eerste meting van de monitor uit 2017, die in opdracht van SZW en de VNG is uitgevoerd, blijkt dat de groep peuters die niet bereikt worden door gemeenten en geen recht hebben op kinderopvangtoeslag veel kleiner is dan de 40.000 peuters waar in de bestuurlijke afspraken van werd uitgegaan, namelijk 11.400 peuters. De uitkomst van de eerste meting van de monitor was aanleiding voor SZW en de VNG om met elkaar in gesprek te gaan over het herzien van de bestuurlijke afspraken waarbij partijen het erover eens dat het aantal peuters bij de start in 2016 hoger kan zijn geweest dan uit de eerste meting in 2017 blijkt. Centraal bij deze gesprekken stond dat de herziening van de middelen gemeenten moeten helpen en dat de middelen toebedeeld worden aan onderwerpen op SZW-gebied.

SZW en de VNG hebben overeenstemming bereikt om de peutermiddelen vanaf 2019 niet verder op te laten lopen dan € 30 miljoen. Dit heeft als gevolg dat voor 2019 en verder de bedragen per gemeenten en de verdeling van 2018 zullen worden aangehouden. Vanaf 2019 komt er structureel € 10 miljoen extra voor toezicht en handhaving kinderopvang en gastouderopvang beschikbaar vanuit de decentralisatie-uitkering Voorschoolse voorziening peuters (zie ook paragraaf 2.2.7). Over de besteding van de overige middelen in 2020 en 2021 en verder vindt nog overleg plaats. Meer informatie volgt in de meicirculaire 2019.