SZW | Locatie-overstijgend opvangen (‘clusteren’)

GGD GHOR NL heeft een brief geschreven aan de brancheorganisaties BKO en BMK, aan ouderorganisatie BOinK en aan alle GGD-regio’s, waarin helderheid wordt gegeven over het toezicht op locatie-overstijgend opvangen in de kinderopvang (‘clusteren’).

———-

Opvang van kinderen op een andere locatie van een houder

1 augustus 2019

Inleiding
Het Landelijk Centrum Toezicht Kinderopvang (LCTK) van GGD GHOR Nederland bracht in 2018 een advies uit aan de toezichthouders van de GGD’en over toezicht op het locatie-overstijgend opvangen. Dit toezicht advies heeft tot onrust geleid bij houders en houderorganisaties. GGD GHOR Nederland licht in deze brief toe wat de aanleiding voor ons advies was, wat verstaan wordt onder locatie-overstijgend opvangen en onder welke voorwaarden dat op basis van een analyse van weten regelgeving is toegestaan. Verder informeren we u hierbij over de gekozen ingroeitermijn voor landelijke invoering van ons advies.

Aanleiding advies
Toezichthouders komen in de praktijk vaak situaties tegen waarin kinderen of groepen op verschillende geregistreerde voorzieningen van één organisatie worden opgevangen. De beoordeling daarvan is regelmatig een uitdaging, waardoor er verschillen in toezicht kunnen ontstaan. GGD GHOR Nederland kreeg over dit onderwerp ook steeds vaker vragen van toezichthouders kinderopvang.

Uit het oogpunt van continuïteit en eenheid van toezicht vindt GGD GHOR Nederland het van belang een eenduidig antwoord te formuleren op deze vragen uit de praktijk.

Een analyse van wet- en regelgeving heeft geleid tot de uitleg die GGD GHOR Nederland in 2018 in een toezicht advies heeft opgenomen.

Waar eerst locatie-overstijgend opvangen onder omstandigheden werd toegestaan zonder contract, is nu de conclusie dat dit niet zonder contract kan. Deze uitleg over locatie-overstijgend opvangen heeft tot doel meer eenheid in het toezicht te creëren en daarmee duidelijkheid en gelijkheid voor houders.

Wat wordt verstaan onder locatie-overstijgend opvangen?
Omdat het begrip ‘clusteren’ veel verschillende beelden oproept, gebruikt GGD GHOR Nederland het begrip locatie-overstijgend opvangen. We verstaan daaronder dat kinderen op andere geregistreerde voorzieningen van dezelfde houder worden opgevangen, dan waar zij normaal gesproken worden opgevangen. Vooral voorzieningen voor buitenschoolse opvang maken hier in vakanties en op rustige- of margedagen gebruik van.

Onder welke voorwaarden is locatie-overstijgend opvangen mogelijk?
GGD GHOR Nederland draagt uit dat locatie-overstijgend opvangen mogelijk is, mits er in een contract tussen de ouder en de houder van het kindercentrum is opgenomen in welke situatie en/of wanneer het kind waar wordt opgevangen.

Dit geldt zowel voor opvang op verschillende locaties tijdens vakanties, rustige dagen, margedagen als voor andere gevallen wanneer voorzienbaar op een andere locatie wordt opvangen.

Uit contacten met vertegenwoordigers van de brancheorganisaties is gebleken dat zij zich in deze uitleg en onderbouwing kunnen vinden. In de onderstaande alinea ‘contracten’ vindt u meer informatie over wat er in een contract opgenomen moet worden.

Opvangen op een andere locatie mag niet in situaties waarbij ad hoc of kort van tevoren wordt besloten de kinderen op een andere locatie van de houder op te vangen, dan de locatie die in het contract is genoemd. GGD GHOR Nederland is van mening dat voorkomen moet worden dat ad hoc, vanuit pragmatisch en/of financieel oogpunt, locatie- overstijgend wordt opvangen.

Voorbeeld 1: Als er een beroepskracht ziek wordt, zal op de betreffende locatie een vervangende beroepskracht ingezet moeten worden. Voorbeeld 2: Als er op een dag door omstandigheden weinig kinderen zijn, ontslaat dat de houder niet van de verplichting om verantwoorde kinderopvang te bieden op de betreffende locatie. Een houder mag niet locatie-overstijgend opvangen vanwege een dergelijk gelegenheidsmotief.

In de onderstaande alinea ‘activiteiten’ vindt u meer informatie over aanwezigheid van kinderen op een andere locatie van de houder tijdens een activiteit.

Motivering voorwaarden locatie-overstijgend opvangen
De feitelijke situatie bij locatie-overstijgend opvangen is dat een kind wordt opgevangen op meerdere voorzieningen, op verschillende adressen, met elk hun eigen beleid, beroepskrachten en groepen. De Wet kinderopvang bepaalt dat kinderopvang moet plaatsvinden op basis van een contract tussen de ouder en de houder van een kindercentrum. De houder van een kindercentrum moet bovendien op elke voorziening verantwoorde kinderopvang bieden.

Voor ouders moet vooraf helder zijn in welke situaties en/of wanneer hun kind op welke voorziening wordt opgevangen. Dat komen de houder en ouders met het aanbieden van kinderopvang contractueel overeen.

Bij opvang op een andere locatie zonder contractuele basis zijn niet alleen de verantwoordelijkheidstoedeling en de stabiliteit onvoldoende gewaarborgd, ook hebben ouders vooraf geen mogelijkheid om weloverwogen akkoord te gaan met de opvang op een andere locatie.

Gelet op deze wettelijke uitgangspunten hanteert GGD GHOR Nederland de uitleg dat er voor opvang op elk van die voorzieningen een contractuele basis moet zijn.

Contracten
Houders hoeven in het kader van locatie-overstijgende opvang niet voor elke voorziening een geheel nieuw contract met ouders af te sluiten. Dit kan ook in een bestaand contract geregeld worden. In de praktijk gebeurt dat ook al. Zo kan in een contract bepaald worden dat in geval van studiedagen het kind wordt opgevangen op locatie X in plaats van locatie Y. De contracten moeten conform de regelgeving ook in de administratie van het betreffende kindercentrum zijn opgenomen.

Activiteiten
Alleen wanneer sprake is van een activiteit kunnen kinderen, zonder dat dat in een contract is opgenomen, op een andere locatie van de houder aanwezig zijn. Bij een activiteit vindt de verantwoordelijkheidstoedeling, toepassing van beleid en van de kwaliteitseisen immers nog steeds vanuit de reguliere opvanglocatie plaats. Er is daarom geen sprake van ‘locatie-overstijgend opvangen’. In de praktijk doet zich de vraag zich voor of sprake is van locatie-overstijgend opvangen van kinderen, of van een activiteit. Die grens is niet zwart wit.

Het is aan het professionele oordeel van de toezichthouder om te bepalen of sprake is van een activiteit. De toezichthouder neemt daarin mee:

– of de activiteit zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan wel een activiteit is of eigenlijk een werkwijze en geen specifiek leer- of bezigheidsmoment;

– of de beschrijving in het beleidsplan voldoende concreet is;

– of de activiteit in de praktijk plaatsvindt volgens de beschrijving in het pedagogische beleidsplan;

Opties voor houders
Bij opvang van kinderen op verschillende locaties heeft een houder de volgende twee opties om aan de deze eisen te voldoen:

1. Contracten
Als sprake is van locatie overstijgende opvang moet er een contract zijn dat ziet op alle locaties waar het kind wordt opgevangen. Er zijn houders die hun contracten inmiddels aangepast hebben en voldoen aan de deze eis. Houders die dat nog niet gedaan hebben, krijgen een overgangstermijn en moeten de contracten voor 1 januari 2020 in orde hebben.

2. Beschrijving activiteiten in pedagogisch beleidsplan
Als kinderen alleen in het kader van een activiteit naar andere locaties van de houder gaan dan moet dat in het pedagogisch beleidsplan van de betreffende locaties voldoende zijn beschreven en in de praktijk ook zo uitgevoerd worden.

Kinderopvangtoeslag
GGD GHOR Nederland is ervan op de hoogte dat het aanvragen van kinderopvangtoeslag voor kinderopvang op meerdere voorzieningen een aandachtspunt is. Het ministerie van SZW laat desgevraagd weten dat de Belastingdienst aangeeft dat het voor de toekenning van de kinderopvangtoeslag geen probleem is wanneer kinderen incidenteel op een andere locatie worden opgevangen dan die waar ze hoofdzakelijk geplaatst zijn, mits deze andere locatie dan wel geregistreerd is in het LRK én de factuur via het oorspronkelijke LRK nummer loopt. Dit hoeven ouders in een dergelijke situatie niet apart door te geven.

Ingroeitermijn
Om duidelijkheid en eenheid in toezicht te creëren adviseert GGD GHOR Nederland, in geval van locatie-overstijgend opvangen, GGD’en om tot 1 januari 2020 het item over de schriftelijke overeenkomst niet mee te nemen in de inspecties. Alleen als er een signaal 4 komt met betrekking tot dit onderwerp, adviseren we toe te zien op de wijze waarop de GGD het tot nu toe deed.

Vanaf 1 januari 2020 adviseren we alle GGD’en dringend om conform de geadviseerde lijn toe te zien op situaties waarin de houder kinderen locatie-overstijgend opvangt.