TK | Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. bestuurlijke boetes, bewijsrecht en rechtsbescherming in het bestuursrecht

Uitgelicht:

– selectie Verklaring Omtrent Gedrag (VOG)


De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd over de brieven van de minister voor Rechtsbescherming inzake ‘Bestuurlijke boetes, bewijsrecht en rechtsbescherming in het bestuursrecht’ (Kamerstuk 29279, nr. 503), Ontwikkelingen rondom de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) (Kamerstuk 35000-VI, nr.121) en Antwoorden op vragen commissie over de recente ontwikkelingen op het gebied van screening en de Verklaring Omtrent het Gedrag (Kamerstuk 35300-VI, nr. 6)

———-

Selectie Verklaring Omtrent Gedrag (VOG)

3. Ontwikkelingen rondom de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)
De leden van de VVD-fractie lezen in de brieven over de ontwikkeling rondom de VOG dat u enkele zaken meldt waarover deze leden enkele vragen wil stellen. Zo schrijft u dat u een Memorandum of Understanding (MoU) heeft getekend met de Benelux-landen over de uitwisseling van de justitiële gegevens ten behoeve van allerlei vormen van werkgelegenheidsscreening. Deze leden vragen in hoeverre de privacywetgeving van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) hierbij beperkingen opwerpt. Ook lopen op dit moment gesprekken hierover met Duitsland. Deze leden zouden daarom graag willen weten of nog meer MoU’s met andere landen over de uitwisseling van de justitiële gegevens op het gebied van werkgelegenheidsscreening te verwachten zijn. Zij constateren dat het aantal screenings elk jaar toeneemt. In 2017 werd van de 1 miljoen aanvragen 0,27% afgewezen. Wat zijn de cijfers over 2018 van het aantal afwijzingen? Ook zouden deze leden graag weten of het VOG-systeem waterdicht is, of dat gevallen bekend zijn dat iemand onterecht door de screening is gekomen. Tot slot zouden deze leden willen weten hoe vaak beroep wordt aangetekend tegen een afwijzingsbesluit van de VOG.

De leden van de PVV-fractie willen weten hoe het staat met de uitvoering van de vorig jaar aangenomen moties-De Jong/Markuszower over het onderzoek naar het realiseren van een onbeperkte VOG-terugkijktermijn voor mensen die veroordeeld zijn voor kindermishandeling. (Kamerstuk 31322, nr. 358) en over het mogelijk maken van een levenslang verbod op het uitoefenen van een beroep waarbij kinderen centraal staan, voor zedendelinquenten en mensen die veroordeeld zijn voor kindermishandeling (Kamerstuk 31322, nr. 359). Kunt u uitleggen op welke manier u de VOG ziet als een re-integratiefunctie van justitiabelen? Kunt u ook uitleggen hoe dit strookt met de functie van de VOG de maatschappij te beschermen tegen potentieel gevaarlijke personen? Deelt u de mening dat juist nu steeds meer VOG’s worden afgegeven, hier veel kritischer naar gekeken moet worden? Zo nee, waarom niet? Bent u bekend met het misbruikschandaal in de atletiekwereld eerder dit jaar, waarbij Jerry M. meerdere minderjarige leerlingen zou hebben misbruikt en verkracht bij verschillende verenigingen tussen 1982 en 2017? Dit misbruik was bekend bij het Instituut Sportrechtspraak (ISR), maar niet bij het OM. Op dit moment is het alleen mogelijk de VOG af te wijzen op basis van strafrechtelijke gegevens. Bent u bereid dit verder uit te breiden naar uitspraken van tuchtcolleges? Zo nee, waarom niet?

De leden van de PVV-fractie stellen dat de terugkijktermijn voor een VOG nu vier jaar is. Er zijn uitzonderingen; voor onder andere zedendelicten geldt een onbeperkte terugkijktermijn en voor jongeren tot 23 jaar geldt een terugkijktermijn van twee jaar, behalve als sprake is van zedendelicten of zware geweldsdelicten. Bent u bereid een onbeperkte terugkijktermijn te realiseren voor alle ernstige geweldsdelicten, of dit op z’n minst te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en in het bijzonder de beschreven pilots. Deze leden hebben nog enkele vragen over de tweede pilot. In de brief beschrijft u dat u werkgevers wil ontlasten van administratieve taken door de aanvraag van een VOG online mogelijk te maken. Kunt u bevestigen dat hiervoor een zogenaamde eHerkenning nodig is? Klopt het dat de aanvraag van een dergelijke eHerkenning altijd via een commerciële partij verloopt? Waarom is voor deze constructie met een commerciële partij gekozen? Betekent dit dat sprake kan zijn van meerkosten voor de werkgevers? Wat zijn de consequenties van samenwerking met deze commerciële partijen op de databescherming van de werkgevers? Is sprake van een abonnement op eHerkenning die met enige regelmaat moet worden verlengd, met als consequentie dat werkgevers deze verlenging kunnen vergeten en dus niet langer toegang hebben tot de aanvraag van een online VOG? Zijn afspraken gemaakt met de verstrekkers van eHerkenning over het notificeren van werkgevers over dergelijke abonnementsverlengingen? Bent u bereid hier naar te kijken als wordt besloten de pilot op te schalen? Klopt het dat werkgevers die personeelszaken uitbesteden aan een ander bedrijf, dat belast wordt met de VOG-aanvraag, nóg meer moeten betalen voor een eHerkenning? Wordt bij continue screening ook gebruik gemaakt van eHerkenning? Wordt deze verplichte deelname aan eHerkenning ook als onderdeel van de pilot geëvalueerd?

De aan het woord zijnde leden hebben nog een vraag over de Europese afspraken over gegevensuitwisseling met betrekking tot de VOG. Klopt het dat het nieuw op te richten European Criminal Record Information System Third Country Nationals (ECRIS-TCN) ook bevraagd gaat worden bij een VOG-aanvraag door niet-Nederlanders en Nederlanders met een tweede nationaliteit? Aangezien dit een hit/non-hit systeem is, wordt in het geval van een hit contact gezocht met de autoriteiten van het betreffende land? Acht u dit wenselijk? Wat zijn de te verwachten consequenties op de wachttijd van een VOG?