TK | Stenogram debat Vaststelling begrotingsstaten van Ministerie van SZW (XV) 2020 (eerste termijn) en schriftelijke beantwoording d.d. 27.11.2019

Uitgelicht

  • selectie kinderopvang (o.a. toeslagen, krapte arbeidsmarkt)
  • overzicht ingediende amendementen

Het debat wordt morgen om 15.30 uur voortgezet. Een vraag is reeds schriftelijk beantwoord. Deze beantwoording is toegevoegd aan de selectie.


Tweede Kamer,

Aan de orde is de behandeling van:

  • het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 (35300-XV)

———————

Selectie kinderopvang (o.a. toeslagen, krapte arbeidsmarkt)

De heer Renkema (GroenLinks):
Het meest schrijnende voorbeeld is toch wel de kinderopvangtoeslag. De Belastingdienst heeft jarenlang onrechtmatige toeslagen teruggevorderd. Mensen kwamen daardoor in de schulden, moesten stoppen met werken omdat zij geen kinderopvang meer konden betalen en als zij bezwaar maakten, werden zij actief tegengewerkt. Hier is het voorbeeld van een compleet doorgeslagen wantrouwen van de overheid naar de eigen burgers. Het is helaas geen uitzondering, maar symptoom van een systeem. Hoezo, menselijke maat? Ook in het kader van schulden hebben wij er al heel vaak voor gepleit om iets te doen aan de toeslagensystematiek. Het eerste deel van het ibo toeslagen geeft gelukkig aanwijzingen die erop duiden dat we toe moeten naar een veel grotere wijziging. We willen daar vandaag alvast een voorzet voor doen. Kinderopvang moet wat ons betreft een publieke voorziening worden. Daarmee brengen we jonge gezinnen niet meer onnodig in de problemen en het is ook nog eens heel goed voor de ontwikkeling van kinderen. Die begint namelijk al ver voordat zij naar de basisschool gaan. De WRR heeft al eerder aangetoond dat jonge kinderen die vóór de basisschool de juiste vaardigheden meekrijgen, daardoor hun hele leven, in ieder geval hun onderwijsloopbaan, met veel meer succes kunnen doorlopen. Zij krijgen een veel betere uitgangspositie om in hun leven te blijven leren. Ik hoor graag wat de staatssecretaris van dit voorstel vindt. Ik bereid een motie op dit punt voor.

(…)

Mevrouw Palland (CDA):
Soms komen mensen ook niet aan de slag in een sector waar krapte is omdat onbegrijpelijke regels daaraan in de weg staan. Ik doel dan op de kinderopvangsector. Daar is een groot tekort aan personeelsleden en toch is er een hele scherpe afbakening gemaakt van wie er in die sector mag werken, waardoor bijvoorbeeld kraamhulpen niet mogen worden ingezet. Wij hebben daar vragen over gesteld en die zijn netjes voor de begrotingsbehandeling beantwoord. Gisteren hebben we van die antwoorden kennis kunnen nemen. De staatssecretaris geeft daarin aan dat het eigenlijk een rol is voor de werkgevers- en werknemersorganisaties om er bij cao-onderhandelingen opnieuw naar te kijken. Dat snap ik. Daar heeft het kabinet niet zelf direct een rol in, maar wel kan het natuurlijk een signaal doorgeven en kan het wijzen op de verantwoordelijkheid die er ligt om die arbeidsmarktkrapte aan te pakken en te kijken hoe effectief gewerkt kan worden aan het oplossen van het personeelstekort in de kinderopvang.

(….)

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik eindig met een punt over de sociaal-medische indicatie. Zoals u weet is er veel mis met de toeslagen. De kinderopvangtoeslag is naast een zaak van de staatssecretaris van Financiën ook een zaak van deze staatssecretaris. Hoe kijkt zij aan tegen het toeslagendebacle bij de Belastingdienst?

Deze week hebben mijn collega’s een wetswijziging ingediend waarmee partners die dagbesteding krijgen, wel aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag, zodat de werkende partner gewoon kan blijven werken. Dit is eigenlijk ook zo voor de sociaal-medische indicatie, maar die wordt gemeentelijk geregeld. Kan de regering onderzoeken hoe gemeenten omgaan met die sociaal-medische indicatie? Graag een toezegging van de staatssecretaris.

(…)

De heer Van Weyenberg (D66):
Het eerste waarover ik het wil hebben, is de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt en het belang van meer uren werken. In de praktijk gaat het dan vooral om vrouwen in kleine deeltijdbanen. Nog steeds werkt meer dan 50% van de vrouwen meteen, de dag nadat ze beginnen, in deeltijd. Dan is er vaak nog geen sprake van kinderen, maar dat is bijna een soort cultuur. Dat blijf ik opmerkelijk vinden. We hebben daar in de Kamer ook veel rondetafels over gehouden. Het gaat over een diepgeworteld gevoel. Ik vind dat om een aantal redenen zorgelijk. De eerste reden is dat we het ons niet kunnen permitteren: het is zonde van talent. Het is zonde van talent van mensen met een goede opleiding die een bijdrage kunnen leveren. Dat wordt niet voldoende benut. Natuurlijk is het uiteindelijk de vrije keuze van mensen, geen misverstand daarover — laat ik die interruptie voor zijn — maar we kunnen het volgens mij wel veel aantrekkelijker maken. We kunnen het aantrekkelijker maken in de belastingen. We kunnen het aantrekkelijker maken door stappen te zetten in de kinderopvang. Er zijn overigens veel redenen om eens fundamenteel naar de kinderopvang te kijken. Omdat we af willen van dat toeslagensysteem waarin mensen verdwalen; vaak gaat het om de grootste terugvorderingen bij de kinderopvang. Omdat het gaat om ontwikkeling; kinderopvang is voor heel veel mensen niet alleen een manier om opvang te regelen, maar het is ook kindontwikkeling. Het is een instrument dat jonge kinderen helpt om bijvoorbeeld zonder achterstanden naar de basisschool te gaan. Daarom vind ik het ook heel belangrijk. Ten derde, omdat het inderdaad de manier is die ervoor zorgt dat het lukt om arbeid en zorg voor je kinderen te combineren.

—–

Schriftelijke beantwoording

Vragen van het lid Dijk, J.J. van (SP)

Vraag:
Wil de staatssecretaris onderzoek laten doen naar hoe gemeenten omgaan met de Sociaal Medische Indicatie in relatie tot kinderopvang?

Antwoord:
Gemeenten hebben budget om ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, maar die om een sociale of medische indicatie kinderopvang nodig hebben, een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang te geven. Zij hebben beleidsvrijheid om SMI vorm te geven zoals dit past bij de lokale situatie.

Uit eerdere evaluaties blijkt dat gemeenten hechten aan de beleidsvrijheid en het instrument dat ze met SMI in handen hebben om maatwerk te kunnen bieden.

De staatssecretaris ziet nu geen aanleiding om een onderzoek te doen naar hoe verschillende gemeenten hiermee omgaan.

———————

Overzicht ingediende amendementen

35300-XV-20- Amendement van het lid Jasper van Dijk over een landsdekkend netwerk van sociaal ontwikkelbedrijven

35300-XV-21- Amendement van de leden Peters en Rog over geld in het kader van de week van respect

35300-XV-24- Amendement van het lid Van Weyenberg c.s. over budget voor subsidie project Diversiteit in Bedrijf