Meer leidsters, meer problemen: waarom een kwaliteitsimpuls kinderdagverblijven het mes op de keel zet

Eén leidster per drie kinderen, het moet de kinderdagverblijven een kwaliteitsimpuls geven. Maar ze verzetten zich tegen de maatregel. Het kost alleen maar meer geld, denken zij, en dat kan de nekslag voor de kleinere ondernemingen zijn.

Ik heb hier twee kinderleidsters op negen kinderen tussen nul en twee jaar oud’, zegt Nadia Kharkhour tijdens een rondleiding door kinderdagverblijf de Kinderster aan de Amsterdamse Sumatrakade. ‘Dat moeten drie kinderleidsters op negen kinderen worden. Zogenaamd vanwege een verbetering van de kwaliteit. Maar hoe moet ik aan die kwaliteit komen als er zo’n groot tekort is aan goede kinderleidsters?’

Kharkhour – eigenaar van de Kinderster – voelt zich als kleine zelfstandige behoorlijk in het nauw gedreven door de nieuwste maatregel van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Om baby’s (0 tot 1 jaar) de gewenste zorg en aandacht te geven, moeten kinderdagverblijven vanaf 1 januari 2019 één kinderleidster op drie baby’s inzetten, in plaats van één kinderleidster op vier baby’s. Niet alleen het kind, maar ook de rest van de samenleving zou baat hebben bij zo’n kwaliteitsimpuls, aldus staatssecretaris Tamara van Ark.

Ongewenste kettingreactie

Belangenbehartigers voor kinderdagverblijven zoals Brancheorganisatie Kinderopvang en BVOK zien dat anders. Zij vrezen dat de maatregel een kostenverhoging van minstens 7 procent betekent voor kinderdagverblijven.

Daarop kan een ongewenste kettingreactie volgen. Die kostenverhoging zal namelijk doorberekend worden aan ouders die bij een modaal inkomen naar verwachting 900 euro extra per jaar moeten betalen, en bij een laag inkomen ongeveer 800 euro. Ouders zullen minder gebruikmaken van kinderdagverblijven.

Voor kleine, zelfstandige kinderdagverblijven kan dat een faillissement inhouden. De kleintjes kunnen de financiële pijn minder makkelijk uitsmeren dan de grote organisaties die ruimer in de klanten en dus ook het geld zitten.

Het ministerie van SZW zegt de ouders en kinderopvangverblijven tegemoet te komen met 248 miljoen. Maar volgens de zelfstandigen in de wereld van de kinderdagverblijven is dat bij lange na niet genoeg.

Minder klanten

‘Een extra kinderleidster op een babygroep betekent voor mij een kostenstijging van 16 procent’, zegt Khar-khour. ‘Op jaarbasis ben ik dan ongeveer 40.000 euro bruto extra aan salariskosten kwijt. Daar komen ook nog eens opleidingskosten bovenop, want tegenwoordig moeten kinderleidsters aan extra voorwaarden voldoen. Uiteindelijk moet ik dat doorberekenen aan de ouders, die meer zullen moeten betalen dan ze via toeslagen terug kunnen krijgen. Dat zal voor mij minder klanten betekenen.’

Kharkhour zegt met pijn en moeite de crisisjaren te zijn doorgekomen. En juist nu de betere economische jaren lijken aangebroken, worden haar allerlei economische hindernissen in de weg gelegd. Maar niet alleen de stijgende kosten vormen een probleem, stelt Kharkhour na de rondleiding in haar kantoor. Waar moet die gewenste kwaliteitsimpuls überhaupt vandaan gehaald worden in de huidige arbeidsmarkt, waar een schreeuwend tekort bestaat aan gedegen en betaalbare kinderleidsters?

‘Laatst is nog iemand bij ons weggekaapt door een van de grotere kinderdagverblijven. Die werd lekker gemaakt met een dertiende maand en andere extra’s. Daar kan ik niet tegen concurreren. Er blijft dan minder goed gekwalificeerd personeel over. Als ze binnengehaald worden omdat een kinderleidster op maximaal drie baby’s mag zitten, kun je dan nog wel van kwaliteitsverbetering spreken?’

Volgens Kharkhours collega Hafsa Aoulad hebben de ouders op de Kinderster nooit gevraagd om meer dan twee kinderleidsters per negen baby’s. ‘Het belangrijkste is dat kinderleidsters met zorg en liefde met de kinderen omgaan. Ook hebben de kinderen er baat bij als ze niet door te veel vreemde gezichten omringd worden.’

Starre mentaliteit

Ook aangeschoven in Kharkhours kantoor is Ruth Levant, eigenaar van het Amsterdamse kinderopvangverblijf Levantjes. Zij hekelt de starre bestuurdersmentaliteit van het ministerie van SZW dat denkt kwaliteit te kunnen kwantificeren, zonder oog te hebben voor de mogelijke gevolgen van nieuwe beleidsregels.

‘Deze maatregel gaat de mensen treffen die toch al niet zoveel te besteden hebben’, zegt Levant. ‘Met andere woorden: de niet-westerse migranten. Zij gaan hun kinderen thuishouden. Terwijl het juist voor deze kinderen zo belangrijk is dat ze op een kinderdagverblijf kunnen meekomen, want daar kan bijvoorbeeld ook een mogelijke taalachterstand weggewerkt worden.’

Een groot schrikbeeld voor Khar-khour en Levant is het lot van de Amsterdamse voorscholen, bedoeld voor peuters met een taalachterstand. Nadat ouders begin 2018 een inkomensafhankelijke bijdrage moesten gaan betalen, werden peuters massaal van de voorschool afgehaald. Verhoogde kosten zijn daardoor de ontwikkeling van kinderen in de weg gaan staan. Khar-khour en Levant vrezen dat verhoogde kosten in kinderdagverblijven ook de ontwikkeling van de allerjongsten zal dwarsbomen.

Medewerkster Hafsa (28) van kinderdagverblijf de Kinderster in Amsterdam troost een kind op de babyafdeling. Foto Raymond Rutting / de Volkskrant