Vragen met betrekking tot de buitenspeelruimte

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang (Kamerstuk 31322-364)

O.a.:

“De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe het komt dat door individuele gemeenten en ondernemers bij het uitwerken van de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) (bij de internetconsulatie) zorgen zijn geuit over onduidelijkheden ten aanzien van de eisen voor de buitenspeelruimte, maar dat de sectorpartijen geen signalen hebben gekregen dat de huidige eisen aan de buitenspeelruimte onduidelijk zouden zijn. Zijn deze zorgen ongegrond of is een wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang niet de juiste oplossing?”

INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestaat de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang (Kamerstuk 31 322, nr. 364).

———–

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het besluit van de staatssecretaris om de voorgenomen verduidelijking van de eisen aan de buitenspeelruimte met ingang van 1 januari 2019 geen doorgang te laten vinden.

De leden van de VVD-fractie hechten eraan dat de sectorpartijen in de kinderopvangbranche unaniem hebben geadviseerd om de huidige regels omtrent de buitenspeelruimte te handhaven. De leden van de VVD-fractie hechten tevens aan duidelijke kwaliteitseisen maar vinden het overbodig om regels te verduidelijken als de sectorpartijen in de kinderopvangbranche aangeven dat er geen problemen met de huidige eisen aan de buitenspeelruimte en de mate van duidelijkheid blijken te zijn. De leden van de VVD-fractie krijgen graag nog wel de bevestiging van de staatssecretaris dat zij, indien er toch vragen komen over de eisen aan de buitenspeelruimte, sectorpartijen aanspoort om gezamenlijk te zoeken naar een oplossing.

Vragen van de opmerkingen van de leden GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van het besluit dat de eisen die momenteel gelden voor de buitenspeelruimte ongewijzigd blijven. Deze leden hebben hierover enkele vragen.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe het komt dat door individuele gemeenten en ondernemers bij het uitwerken van de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) (bij de internetconsulatie) zorgen zijn geuit over onduidelijkheden ten aanzien van de eisen voor de buitenspeelruimte, maar dat de sectorpartijen geen signalen hebben gekregen dat de huidige eisen aan de buitenspeelruimte onduidelijk zouden zijn. Zijn deze zorgen ongegrond of is een wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang niet de juiste oplossing?

De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat het van groot belang is dat kinderen voldoende buitenspeelruimte hebben en hier ook gebruik van maken. In het afgelopen algemeen overleg Kinderopvang van 12 april 2018 heeft het lid Westerveld dan ook de natuur buitenschoolse opvang (BSO) genoemd, waarbij buitenspelen en ontdekken centraal staan. Omdat de kinderen hier vrijwel altijd buiten zijn, gebruiken zij de binnenruimte nauwelijks. Wat vindt de staatssecretaris van een dergelijke vorm van kinderopvang? Deelt zij de mening dat buitenspelen bij kinderen belangrijk is voor hun ontwikkeling en gestimuleerd moet worden?